2. Natasja en de Maharadja

Op een zonnige dag zijn Natasja en Walter aanwezig op een vliegclub. Natasja behaalt haar vliegbrevet en Walter geniet van wat parachutesprongen met zijn team. Er is belangrijk bezoek op de club. Prins Mahmoed Zarrad van Kajastan is eveneens aanwezig, samen met zijn secretaris Chiboel Nadar en Shrapnel, een gekende wapenhandelaar. Ze zijn er op zoek naar mensen die zijn troepen kunnen instrueren in het parachutespringen. Mahmoed Zarrad heeft immers onlangs een staatsgreep gepleegd en zijn tegenstander - tevens zijn broer - zit met enkele getrouwen verscholen in een vesting die enkel per parachute is te bereiken. Enkel als hij zijn tegenstander in handen heeft is de prins zeker dat zijn staatsgreep is gelukt.
Zowel de instructeur als Natasja kregen reeds anonieme telefoontjes met de vraag om af te zien van de opdracht in het belang van Kajastan. Instructeur Zwaarweer wil zich niet in een wespennest steken en weigert dan ook het voorstel van de prins waardoor deze woedend afdruipt.

De volgende dag keren de prins en zijn gevolg terug naar huis. Het toeval wil dat ze hiervoor een vliegtuig nemen van Bardaf waarop Natasja en Walter dienst hebben. De prins zint op wraak en wanneer er een kindje aan boord ziek wordt bedenkt hij een duivels plan. Hij geeft het vliegtuig de toestemming om de landen op een verboden luchthaven om het kind en de moeder van boord te halen. Hij profiteert echter om zijn veiligheidsdiensten Natasja en Walter in de val te laten lokken. Ze claimen dat ze spionnen zijn en moeten in Kajastan blijven om berecht te worden. Enkel wanneer ze Zwaarweer kunnen overhalen om het commando op te leiden zal hun terug in vrijheid stellen. Ze vragen bedenktijd en ondertussen mogen ze vrij in de stad rondlopen. Na een kat en muis spelletje met een chaperone kunnen ze een postkantoor bereiken om een telegram te sturen naar Zwaarweer om hem van de situatie op de hoogte te stellen. Hun aanwezigheid in de stad werd ondertussen door de bevolking opgemerkt en ze worden voorgesteld aan een man die hen uit de stad kan smokkelen. Hij doet het onderhoud aan de prins zijn vliegtuig en kan hen tot aan het toestel brengen waarmee ze dan de stad kunnen ontvluchten. Al snel hebben ze de hele luchtmacht van Kajastan achter hun aan en boven de woestijn worden ze neergehaald. Gelukkig kunnen ze zich redden met de parachute maar ze beseffen dat alleen, zonder voedsel en water, in een woestijn wel eens slecht zou kunnen aflopen. Ze lopen uren door de woestijn en net als het dreigt verkeerd af te lopen worden ze door enkele nomaden geholpen. Ze worden naar hun kamp gebracht in de bergen waar ze opnieuw op krachten kunnen komen. De volgende ochtend vertrekken ze terug richting grens met de zwarte garde van de prins op de hielen.

Zelfs onder begeleiding van een ervaren gids kunnen ze niet uit de handen van de soldaten van de prins blijven. Ze worden opnieuw gearresteerd en aan een rots geboden brengen ze noodgedwongen de nacht in de woestijn door. Ze worden wederom bevrijdt en vluchten verder de bergen in. Onwetend komen ze terecht in de vesting van Maharadja Tsjandra Abkar, de broer van de prins. Met de prins op hun hielen duurt het niet lang voordat iedereen op elkaar ligt te schieten. Mahmoed Zarrad wil hen laten opblazen maar het loopt fout en het dynamiet ontploft te vroeg waardoor hijzelf slachtoffer wordt.