Robert en Bertrand hun onbezonnen leven wordt verstoord als ze door een mooie jongedame gevraagd worden om haar splinternieuwe automobiel uit een sloot te halen. Als dank mogen ze in een nabijgelegen herberg hun honger gaan stillen. De waard en waardin doen echter zeer vijandig en willen hen niet bedienen. Ze zijn echter niet onder de indruk maar ze weten niet dat ze gade geslaan worden door een heer die gendarmes opdraagt hen aan te houden. Terwijl ze overgebracht worden naar de gevangenis worden ze opeens bevrijdt door de dame die ze voorheen geholpen hebben. De dame blijkt de echtgenote te zijn van de man die ze heeft gadegeslaan in de herberg. Die man is Mangin, hoofd van het parket.
Hij heeft gehoord van de onbaatzuchtigheid van de mannen en doet hen een voorstel. Ze moeten Barones Cammo Milje gaan beschermen. Omdat de Barones de revolutie in haar land Moldavië is ontvlucht kan de politie niet rechtstreeks ingrijpen en dus moeten beide vagebonden in haar kasteel te Rozendael infiltreren om een einde te maken aan de constante dreigingen waarmee de Barones te maken heeft. De pesterijen nemen een zodanige proportie aan dat er zelfs de oude legende van de waterduivel die in de kasteelvijvers wordt opgevist waardoor al het personeel het kasteel heeft verlaten. Dit terwijl ze voor hun ontsnapping steeds op de hielen worden gezeten door een geheim agent nummer 17.
Robert en Bertrand gaan op pad en komen net op tijd om te zien hoe twee buitenlanders een jonge dame lastig vallen. Het blijkt Liza, een
winkelierster te zijn die boodschappen naar het kasteel brengt. Zo worden ze geintroduceerd op het kasteel en niet veel later zijn ze in dienst van de Barones. Ze krijgen maar één regel. Niemand mag de rozentuin betreden. Die nacht gaan de lustige vagebonden op zoek naar de groene waterduivel en het duurt niet lang alvorens ze de toegang tot een geheime gang vinden die hun duidelijk maakt dat diegene die voor waterduivel speelt in het kasteel moet wonen.
De volgende dag gaat Bertrand op onderzoek uit in het dorp. Hij ontdekt waar de vreemdelingen logeren en vermomd als veldwachter vraagt hij hun papieren. Het komt tot een handgemeen maar ze kunnen ontsnappen. Op de koop toe maakt hij contact met Nummer 17 maar hij kan hem misleiden om ongehinderd terug te keren naar het kasteel.
Die nacht volgen Robert en Bertrand de Barones naar haar rozentuin als ze zien dat het tuinpaviljoen in brand staat. Ze kunnen de brand blussen en ontdekken zo het geheim van Rozendael. In het paviljoen zit Joeki gehuisvest. Een Moldavische prins wiens ouders door de rebellen werden vermoord. De Barones kon haar neefje nog in veiligheid naar Vlaanderen brengen maar nu hebben de rebellen haar ontdekt.De vagebonden beloven zich over Joeki te beschermen en ontfermen zich over de jonge knaap. Ze proberen de rebellen in de val te lokken maar Nummer 17 strooit roet in het eten waardoor de Moldaviërs zich een weg tot het paviljoen kunnen banen. Het komt tot een zwaar handgemeen en in de chaos wordt een schot gelost. De barones is dodelijk gewond en met haar laatste woorden vertrouwt ze Joeki aan beide mannen toe. Vanaf nu zal Joeki hen vergezellen tijdens hun vele omzwervingen.