Agenten van de geheime dienst stappen uit hun voertuig De Secret Service Devision of geheime dienst werd opgericht op 5 juli 1865 en moest de problemen van valsmunterij aanpakken. William P. Wood werd de eerste directeur. In 1883 werd de dienst ondergebracht bij het ministerie van Financiën en in 1894 hielden ze hun voor het eerst bezig met de bescherming van President Cleveland. Hetzij nog niet officieel. Het duurde tot 1902, na de moord op president McKinley, dat de Secret Service werd aangewezen als beschermer van de President. In 1908 werden ze ook aangesteld om de nieuw verkozene maar nog niet dienstdoende president te beschermen. Het waren deze eerste agenten die de latere basis voor het F.B.I. zouden leggen.

Vanaf 1917 werd ook de first-family, zoals de familie van de president wordt genoemd onder bescherming van de geheime dienst geplaatst. Vanaf 1961 werden ook de ex-presidenten gedurende een onbepaalde tijd na hun ambt beschermd. In 1971 werd de verantwoordelijkheid van de geheime dienst nogmaals uitgebreid. Ditmaal moesten ze ook instaan voor de veiligheid van buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders op bezoek in de Verenigde Staten. Tot op heden richt de U.S. Secret Service zich dus vooral op de beveiliging van de staatshoven en de strijd tegen valsmunterij en diefstal van identiteit en bank fraude. Sinds 2003 maken ze deel uit van het "Department of Homeland Security". Op de website van de geheime dienst kan u veel meer informatie vinden.