Fourmille wordt tijdens de vlucht van Parijs naar New York naar de schaduwplaneet Echö getransporteerd en omdat
ze tijdens dit proces de arm van haar mede-passagier Yuri heeft vastgenomen wordt ook deze meegezogen naar een
alternatief New York.
Terplekke worden ze ontvangen door een soort eekhoorn die Preshaunen worden genoemd. Zij blijken zo'n
beetje de heersers van de stad en Fourmille krijgt van ze te horen dat ze naar Ekhö werd gehaald om de erfenis van
haar tante Odelalie in ontvangst te nemen. Haar tante die in haar wereld al jaren dood is leefde op Ekhö verder
tot ze ook hier stierf. Ze was de uitbaadster van een artiestenbureau en van fourmille wordt verwacht dat ze
het agentschap verder zet.
Tijdens een optreden van enkele van haar artiesten transformeert Fourmille in haar tante. Ze wordt bevangen van de geest van haar tante en zo komen ze te weten dat Odelalie eigenlijk werd vermoord en van het gebouw werd geduwd. Als ze weer normaal wordt blijkt ze zich niets van de transformatie kan herinneren. Ze keert terug naar haar geërfde appartement en wordt daar opgewacht door Yuri. De Preshaunen weet hen te vertellen dat ze eigenlijk altijd samen moeten blijven omdat de overtocht van Yuri naar Ekhö niet gepland was en dat de planeet zich nog moet aanpassen aan deze niet voorziene transformatie. Dit ziet Fourmille niet zitten en als ze kwaad wordt blijkt de geest van haar tante weer bezit van haar te nemen. Ze kan haar moordenaar identificeren en het blijkt één van haar artiesten te zijn.