Tijdens een vakantie krijgt Jacques Martin een idee voor een nieuwe stripreeks. Hij overlegt onmiddellijk met de directie van het weekblad Kuifje en zij vonden het een uitstekende verhaal, maar wilden niet dat hij het maakte. Hij moest immers aan Alex werken. Jacques Martin drong echter aan en mocht aldus één album maken op voorwaarde dat de personages van Alex en Enak erin verwerkt zouden worden, aangepast aan de toenmalige actuele tijd.
Dit werd aanvaard op voorwaarde dat de karakters van Alex en Enak transponeert naar actuele tijd.

Omdat Alex een Galliër was besloot de auteur dat zijn alter ego een moderne Frank moest worden. De naam werd hiervan afgeleid naar "Guy Lefranc", een verslaggever in de lijn van Joseph Kessel (1898-1979) en Albert Londres (1884-1932), die beiden een avontuurlijk leven leidden in alle uithoeken van een wereld. De vervanger van Enak werd "Jean Jean". Dit was de bijnaam van een jongen die in de buurt van Martin woonde en waarop diens moeder onophoudelijk riep. Tenslotte moest er ook een vijand gezocht worden. Het werd "Axel Borg", een elegant en ridderlijk man die enkel geld als drijfveer heeft. Zijn naam komt van het Deens stadje "Axelborg".

Het sein staat op rood is het eerste album in de ondertussen meer dan 20 verhalen tellende reeks en wordt alom aanzien als een klassieker in het moderne beeldverhaal. Het verhaal doet erg denken aan "Het geheim van de Zwaardvis uit de Reeks van Blake & Mortimer van de hand van Edgar P. Jacobs maar hiervoor zal de tekenstijl meer verantwoordelijk zijn dan het scenario.

De hoofdfiguur uit de serie is de journalist Guy Lefranc die allerlei avonturen beleeft, vaak met zijn jeugdige vriend en protégé Jean-Jean. Tijdens deze avonturen neemt Lefranc het vaak op tegen Axel Borg, een op geld beluste snoodaard.