21. De Barbaren

Titel in originele taal: Les Barbares
ISBN-nummer: 9067-93488-7
Eerste druk: 1998
Uitgeverij: Uitgeverij Casterman
Tekenaar: Rafaël Moralès
Scenarist: Jacques Martin
De bouw van het Fort Altus Rhenus wordt als symbool van de macht van Rome gezien. Caesar vraagt aan Alex en Enak om de indeling van het fort te tekenen en te omschrijven. Al van bij hun aankomst wordt duidelijk dat Tribuun Tullius Carbo, de bevelhebber van het fort, beide vrienden liever ziet gaan dan komen. De sfeer is grimmig van bij het begin en bij één van de inspectietochten ontdekken Alex en Enak bijzondere activiteiten in het fort. Ze denken dat Carbo zich klaarmaakt om ten strijde te trekken. Maar tegen wie?
Lang moeten ze niet wachten op een antwoord. Terwijl Enak zit te tekenen worden ze benaderd door Valerius Graber. De Centurion legt uit hoe Tribuun Carbo ten strijde wil trekken tegen de barbaren in het noorden. Hij wil ze ontdoen van hun rijkdommen en slaven en zich persoonlijk verrijken door de natuurlijke barnsteen die er voor er grijpen ligt aan te slaan.

Ook in Rome voelt Julius Caesar nattigheid. In een droom zag hij hoe zijn beide kameraden in problemen waren. Hij ontbiedt zijn vertrouwensman Galva en stuurt deze naar de Rijn om orde op zaken te stellen. Dit blijkt ook nodig want niet veel later kunnen Alex en Enak een moordpoging op het nippertje vermijden. Simones Falcales, rechterhand van Tribuun Carbo, probeerde hen te vergiftigen maar gelukkig doorzag Alex het zaakje.

Ondertussen is het moment aangebroken om ten strijde te trekken. De Tribuun laat zijn troepen inschepen en zet via de rivier koers richting Noorden. Niemand beseft echter dat ze reeds van bij het vertrek gadegeslaan worden door de vijand. Na enkele dagen gaan ze aan land en ontdekt de Romeinse aanvoerder een Grieks koopvaardijschip. Hij verdenkt de zeemannen ervan handel te drijven in de door hem zo gegeerde barnsteen. Samen met Simones laat hij het schip zinken en Alex kan nog maar net voorkomen dat de opvarenden over de kling gejaagd worden. Dit uiteraard tot grote woede van de Tribuun. Ondertussen zijn de barbaren eveneens gewaarschuwd en maken zich klaar voor de strijd. Tijdens het eerste treffen leiden de Romeinen dan ook enkele verliezen waardoor de Tribuun nog meer de pedalen verliest. Hij verliest Alex en Enak nu geen enkele seconde uit het oog. Hij merkt dus ook wanneer Alex gaat wandelen in het bos en daar contact maakt met enkele vrouwen. De Tribuun grijpt één van de vrouwen vast en probeert haar in dwang te houden. Tijdens deze worsteling kan de vrouw het mes van de Tribuun bemachtingen en steekt hem dodelijk in de zij.

Nu de tribuun dood is, is er geen reden meer om te blijven en er wordt besloten om terug te keren naar het Fort. De weg is echter nog lang en tijdens de terugreis worden ze overvallen door het winterweer. Sneeuw en ijs doen hun terugkeer vertragen en daarenboven worden ze ook nog eens opgejaard door de barbaren. De Romeinen lijken een vogel voor de kat maar net als iedereen het leven lijkt te laten, duiken de schepen van Galva op om de overlevenden te redden. Eens terug in het Fort lijkt het ergste voorbij.