Jommeke en zijn vrienden bezoeken samen met Professor Gobelijn de Chinese muur. Ze zijn op weg naar Obo Gongbalou, een collega van de professor wanneer Choco van de muur tuimelt. In de bossen rondom de muur vinden ze het aapje snel terug maar ze zijn verwonderd wanneer ze Choco in het gezelschap van een rode panda vinden. Het diertje is immers bijna 4000 km van zijn natuurlijke omgeving verwijderd. Ze besluiten de panda mee te nemen naar Obo. In de futuristische woning van de Chinese geleerde worden ze verwelkomt door de eigenaar en Chips, zijn robot.
Wanneer Annemieke in het nabijgelegen dorp wat gaat winkelen spreekt ze met Chips over de rode panda. Helaas wordt haar gesprek opgevangen door Thorax en Carapax, twee pelsjagers die in opdracht van de gevreesde Madame Pelza op zoek zijn naar rode panda's. Ze volgen het meisje naar huis en wachten tot het donker is om in te breken en de panda te ontvoeren. Dat is echter zonder Pekkie gerekend en de twee boeven moeten het hazenpad kiezen. Tijdens hun vlucht merken de twee boeven de vliegende bol op. Omdat dit toestel hun wel goed dienst zou kunnen doen tijdens hun strooptochten besluiten ze het te stelen. Carapax klimt aan boord en doet zo een alarm afgaan bij professor Gobelijn die onmiddellijk reageert. Hij probeert via zijn GSM de controle over het toestel over te nemen maar dat lukt niet waardoor Carapax de bol doet neerstorten. Hoewel de vliegende bol in stukken ligt is de man ongedeerd en kan door onze vrienden op de rooster worden gelegd. Zo komen ze er achter dat de mannen werken voor Pelza van Kotkederië, een gewetenloze madam die kledij maakt van bedreigde diersoorten en hier reeds voor veroordeeld werd.
Terwijl Jommeke en Rozemieke samen met Chips naar het Himalaya gebergte trekken om de panda terug te brengen ontspannen de professoren wat door aan Yoga te doen. Hierdoor merken ze niet dan Madame Pelza het huis is binnengedrongen om haar handlanger te bevrijden. Vervolgens neemt ze Filiberke en Annemieke gevangen en vinden ze op de tablet van de Professor genoeg informatie om Jommeke te achtervolgen tot in de Himalaya.
De boeven hebben de Obodrone al snel in het vizier en hoewel Chips zijn best doet om ze af te schudden worden ze steeds weer gevonden. Ze weten natuurlijk niet dat de boeven de tablet hebben waarop hun positie wordt weergegeven. Ze overmeesteren iedereen en vluchten weg met de panda. Enkel Flip kan de achtervolging nog inzetten. Hij is zo getuige van een ongeluk. De panda is namelijk ontsnapt uit de zak waarin hij werd gestopt en begint de inzittende van het voertuig te bijten waardoor ze zwaar crashen. Terwijl Flip Jommeke probeert te contacteren vlucht Madame Pelza te voet verder met de panda via een grot komt ze uit in een kratermeer met in het midden een eilandje. Ze roeit tot aan het eiland zodat de panda haar niet meer kan ontsnappen en wil er blijven tot haar belagers hun zoektocht opgeven.
Even later zijn al onze vrienden weer samen en vinden ze de grot waar Pelza is binnengegaan. Ze willen haar volgen maar krijgen van een lokale bewoner een waarschuwing dat in de grot een draak woont. Ze hebben geen keuze en moeten naar binnen. Over de vrouw moeten ze zich alvast geen zorgen maken. Zij heeft immers al contact gehad met de draak en snelt met een brandende broek de grot uit. Het ene probleem is dus vervangen door een ander. Behoedzaam sluipen ze verder in de grot waar ze een vuurspuwende draak met tandpijn aantreffen. Gelukkig kan de professor het dier helpen waardoor de draak niet meer gevaarlijk is. Nu alle gevaar geweken is kunnen ze eindelijk de panda terug naar huis brengen.