132. De spookkrater

Jommeke hoort op de radio de ontsnapping van Gertruut Chester en haar kompanen uit de gevangenis. Onmiddellijk gaat hij met zijn vrienden op zoek naar de gemene vrouw maar maanden gaan voorbij zonder dat er ook maar één aanknopingspunt is. Er wordt niet meer aan de vrouw gedacht, zelfs niet wanneer ze op een mooie dag twee Duitsers tegenkomen in de straat. Helmut en Hannelore wonen aan de Tiefegruekrater in het mooie Beieren maar hebben hun eigendom verlaten omdat het er is beginnen spoken.
Jommeke gelooft natuurlijk niet in spoken en wanneer Theofiel opdaagt met een splinternieuwe caravan kan hij zijn vader overtuigen om in Beieren op vakantie te gaan. Met tegenzin wordt ingestemd en samen met Jommekes vriendjes trekken ze naar Duitsland zodat ze de krater kunnen onderzoeken.

De vrolijke bende trekt naar de beneden waar ze al snel een elektronisch oog ontdekken. Als het oog wordt doorbroken galmt er een spookachtig geluid door verborgen luidsprekers. Iemand wil mensen uit de streek weghouden maar dit maakt geen indruk op Jommeke die samen met zijn vrienden verder op onderzoek gaat. Niet veel later ontdekken ze een oude afgesloten bunker. Ze beuken de deur in en vinden zo een geknevelde Professor Denkekop. Hij vertelt zijn jonge vriendjes dat ook de wetenschap gehoord had over de zogenaamde spoken. Omdat wetenschappers niet in spoken geloven vroeg professor Gobelijn aan zijn vriend Denkekop om op onderzoek te gaan in de krater. Hij ontdekte de mensen die de elektronische ogen installeerden maar werd gegrepen en gekneveld alvorens hij de politie kon verwittigen. Ze keren terug naar de caravan waar Theofiel en Marie al slapen. Jommeke laat een briefje achter waarop staat dat ze met de auto terugkeren naar Zonnedorp om Professor Gobelijk te informeren.

De volgende ochtend hoort Theofiel een tak kraken in het struikgewas nabij de caravan. Hij gaat kijken en staat dan oog in oog met Gertruut Chester. Als hij zegt dat hij Jommekes vader is wordt hij samen met Marie overmeesterd door de bende. ze nemen de caravan mee en wanneer Jommeke, Filiberke en de Miekes later terugkeren met de vliegende bol weten ze niet waar zijn ouders zijn. Ze vliegen wat rond en wat later kunnen ze Theofiel en Marie zien. Ze landen om ze aan boord te nemen maar worden onmiddellijk belaagd door de Chester-bende. Nu ze weer allemaal veilig zijn kunnen ze een strijdplan ontwikkelen om de vrouw en haar gezellen te bekampen. Ze bedenken een list en niet veel later zit de volledige bende opgesloten in een jachthut. Er rest hun enkel de politie te bellen die de dieven terug naar de gevangenis zullen brengen.
Verder onderzoek toont aan waarom Gertruut Chester haar ook op de krater had laten vallen. Net onder de oppervlakte had ze immers grote diamanten ontdekt. Omdat deze diamanten toebehoorden aan Helmut en Hannelore moest ze zich van deze twee brave mensen ontdoen. Nu dat alles duidelijk is geworden zijn Hannelore en Helmut op slag rijk geworden en brave mensen als ze zijn laten ze Jommeke en zijn vriendjes delen in hun rijkdom.