Jommeke en Filiberke vervelen zich en gaan een kijkje nemen op de openbare verkoop van de inboedel van wijlen Isidoor Vrek. De man is gestorven en bezitte enkel kwaliteit en dure spullen. Tijdens het rondkijken worden ze aangetikt door een oude vriendin. Estella Saprinetta is eveneens naar de verkoop gekomen omdat ze haar oog heeft laten vallen op een oud antiek schommelpaard. Als de biedingen beginnen zijn er enkele zigeuners die tegen haar op bieden maar ze hebben geen schijn van kans tegen het kapitaal van Estella wanneer deze een miljoen (nvdr. 25.000 euro) op tafel legt voor het antieke speelgoed. Onderweg naar huis trakteert Estella beide jongens een rondje op de kermis en wanneer ze in het spookhuis stappen worden ze overvallen door één van de zigeuners. Hij grist het paard uit hun handen en zet het op een lopen. Hij kan ontkomen maar tijdens zijn vlucht verliest de man zijn portefeuille. Zo komen ze te weten dat de naam van de zigeuner Janos Zamfiros is en dat hij in Tabor woont, een stad in het Tsjechische Bohemen. Jommeke en Filiberke weten nu waar te zoeken.
Niet veel later zitten beide vrienden en Estelle in een vliegtuig op weg naar Tsjechië. Bij het verlaten van de luchthaven loopt het echter al mis. Estelle wordt ontvoerd. Jommeke en Filiberke zetten de achtervolging in maar het mag niet baten. Er zit Jommeke en Filiberke niets anders op dan naar het adres van Janos te gaan. Via autostop staan ze al snel in Tabor en wanneer ze aanbellen opent een mooie dame de deur. Ze vertelt dat Janos er niet meer woont en dat ze niet weet waar hij nu woont. Als ze ten einde raad dan maar iets gaan drinken in een herberg komen ze erachter dat Janos eigenlijk de zigeunerkoning is. Ze leren ook dat er binnen de week diep in de bergen van het Bohemerwoud een grote bijeenkomst van de zigeuners zal zijn. Wellicht zullen ze daar het hobbelpaard en hun vriendin terugvinden.
Op weg naar het woud worden ze echter door een ander zigeuner op een dwaalspoor gebracht waardoor ze in Praag terecht komen. Ze beseffen dat ze veel te veel opvallen en met het laatste geld dat ze nog hebben kopen ze kleren en een woonwagen waardoor ze op jonge zigeuners lijken en onopgemerkt naar het Bohemerwoud kunnen reizen. Als ze er aankomen zijn ze geen moment te vroeg. Ze zien hoe Janos met het schommelpaard onder de arm het podium betreedt. In zijn kielzog volgt Estella, gebonden als een worst. Hij neemt het woord en verklaart aan zijn onderdanen dat het paard na 300 jaar terug in zigeunerbezit is maar dat het bijna mis was gelopen toen Estella het paard kocht. Hij vraagt dan ook zijn onderdanen om de vrouw streng te straffen. Bij het horen van zoveel onrecht kan Filiberke zich niet meer inhouden en kookt over waardoor ze zichzelf verraden. Iedereen wil nu wel weten waarom dat schommelpaard zo belangrijk is en dus laat de koning iedereen een eed zweren. Enkel dan zal hij het geheim van het schommelpaard onthullen. Hij brengt iedereen naar een nabijgelegen rots waar twee groeven parallel in de grond lopen. Hij plaatst het paard in de groeven en begint dan hevig op het paard te schommelen. Iedereen denkt dat Janos gek geworden is maar dan onthult zich het geheim. Het paard was de sleutel tot een slot. Door het schommelen activeert zich een mechanisme dat de rotswand doet openschuiven. Ze dalen af in de vrijgekomen grot en wat later staan ze voor een fabelachtige schat. De zigeunerschat was 300 jaar onbereikbaar maar dankzij het schommelpaard kunnen de zigeuners eindelijk op één plek blijven. Ze moeten niet meer naar het schommelpaard zoeken en met het geld van de schat kunnen ze hun eigen stad bouwen.