De ouders van Annemieke en Rozemieke moeten weg voor zaken en ze laten hun dochters een tijdje logeren bij
hun vrienden John en Mary in het Welsche Pembroke. Ze genieten er in alle vrijheid van de natuur maar er wordt
hun gevraagd om weg te blijven bij het kasteel van Pimpeldon, waar het volgens de dorpsbewoners spookt.
De Miekes wandelen verder door de mooie streek maar als opeens Choko achter een eekhoorn jaagt, kunnen ze niet
anders dan hun aapje volgen en komen zo aan het kasteel terecht. Spookverhalen schieten door hun hoofd en als
er dan ook nog eens een onweer losbarst kan het avontuur beginnen.
Terwijl Annemieke nog liever de regen en bliksem trotseert om niet in het spookkasteel te moeten schuilen blijft Rozemieke liever in het droge griezelkasteel. Als het opklaart gaat Annemieke op zoek naar haar zus en slaat in paniek als ze Rozemieke niet kan vinden en stormt naar het dorp om hulp te halen. Haar vlucht wordt echter abrupt afgebroken wanneer zij en Choko door een snoodaard ten val worden gebracht. De man is niemand minder dan Sam Peper. Een boef waarmee ze het ook al aan de stok hadden in het verhaal van "De Witte Bolhoed".
Sam gaat sinds de historie met de Witte bolhoed door het leven als eerlijk man die zijn kost verdient als tuinier maar speelt daarbuiten ook voor spook in en rond het kasteel zodat hij ongestoord op zoek kan gaan naar een mogelijke schat. John en Mary worden ondertussen ongerust en John trekt op onderzoek. Als hij de meisjes niet kan vinden roept hij de hulp in van Jommeke. Niet veel later landt de vliegende bol in Pembroke met aan boord Jommeke, Flip en zijn boezemvriend Filiberke en Pekkie. Flip vliegt op onderzoek maar kan niets vinden. Ook Jommeke en Filiberke trekken met John op onderzoek maar vinden enkel de muts van Choko.
Ondertussen is Rozemieke ontwaakt. Ze viel door de vermolmde vloer en veroorzaakte een instorting waarbij ze een steen tegen het hoofd kreeg waardoor ze bewusteloos raakte. Nu ze terug bijgekomen is kan ze de toestand analyseren en zoekt een uitweg. Tijdens haar tocht door donkere tunnels vindt ze ook een kistje, vol met goudstukken. Dit is wellicht de schat waarnaar Sam Peper op zoek was. Met het kistje onder de arm kan ze de uitgang vinden en snelt ze naar huis. Eenmaal veilig vinden ze ook een brief in de kist. Het is het testament van Sir Pimpledon die zijn fortuin nalaat aan Trudy Cook. De zoektocht naar Annemieke gaat ondertussen verder en niet veel later hoort Filiberke het gejammer van Choko via een zelfgemaakt hoorapparaat. Het duurt dan ook niet lang of beide meisjes zijn verenigd. Jommeke en zijn vrienden zijn niet overtuigd van de onschuld van Sam Peper en gaan verder op onderzoek aan het kasteel. Via het apparaat van Filiberke vangen ze nog een geluid op. Het is het hulpgeroep van een vrouw. Pekkie kan een tunnel graven waardoor onze vrienden in het gangenstelsel van het kasteel komen waar een vrouw gevangen zit. Het is Emily Cook, nazaat van de erfename Trudy Cook. Ze werd door Sam Peper gevangen gezet omdat ze haar intrek wou nemen in het kasteel om er boeken te gaan schrijven. Samen besluiten ze Sam te ontmaskeren. Sam staat op het punt om het dorp te ontvluchten maar wordt door Jommeke in de val gelokt en uit het dorp gejaagd om nooit meer terug te komen. Emily herdoopt het kasteel naar Cook Castle en dankzij de erfenis kan ze nu het vervallen gebouw laten opknappen en onbezorgd aan haar eerste boek beginnen.