305. Het verdwenen hoefijzer

In Dendermonde doet professor Luc Leybaert onderzoek naar het beroemde Ros Beiaard. Wanneer ze tijdens een opgraving drie molenstenen uit de middeleeuwen en een enorm gouden hoefijzer. De burgemeester organiseert onmiddellijk een nationale campagne om het Ros Beiaard in de belangstelling te plaatsen en dat lukt. Jommeke en Filiberke gaan naar Dendermonde om het hoefijzer te bekijken. Ze zijn ook niet alleen want ook Anatool toont belangstelling. Gewapend met een metaaldetector gaat hij op zoek naar de drie andere hoefijzers. Een paard heeft immers vier benen.

Die nacht breekt Anatool in op de site van de opgravingen om te zoeken naar de andere hoefijzers wanneer hij uitglijdt en dreigt in te zakken in het slijk. Dan wordt hem een touw toegegooid waardoor hij gered is maar wanneer Anatool zijn redder wil bedanken zegt deze een spook te zijn en hij draagt Anatool op om het hoefijzer van de tentoonstelling te stelen. Anatool durft niet anders dan te gehoorzamen en breekt nog die nacht in bij het gemeentehuis. Hoewel de politie snel ter plaatse is kunnen ze niet voorkomen dat Anatool ontkomt mét het hoefijzer. Dan beseft hij dat spoken niet bestaan maar als hij het gouden stuk zelf wil houden wordt hij overvallen door een man in een middeleeuwse wapenuitrusting en zwaard.

Het duurt niet lang of de diefstal haalt het nieuws. Jommeke en Filiberke snellen in de vliegende bol naar Dendermonde om te helpen. In de zaal waar het hoefijzer tentoongesteld stond pikt Pekkie een geur op en ze volgen de poedel naar de plek van de opgravingen. Ze neuzen er wat rond en vinden dan de metaaldetector van Anatool. De vingerafdrukken op het toestel komen overeen met de afdrukken die gevonden werden in het gemeentehuis. De politie weet nu wie de dader is maar nu moeten ze hem nog vinden. Om aan zijn achtervolgers te ontsnappen trekt hij een werkplunje aan waardoor hij voor gemeentewerker wordt aanzien. Er wordt hem gevraagd om een dak te herstellen en krijgt de sleutels van een loods waarin het Ros Beiaard staat dat voor de optochten wordt gebruikt. In de loods liggen ook lijsten van de deelnemers aan de stoet en zo stoot hij op de naam Iwein van Aelst die blijkbaar zijn harnas niet heeft ingeleverd. Hij gaat naar de man op zoek maar loopt dan tegen Jommeke en Filiberke. Hij brengt ze naar de loods maar sluit ze dan op en gooit de sleutel in de Dender. Flip moet de held weer uithangen en de beide jongens worden al snel bevrijdt. Ondertussen heeft Anatool reeds een grote voorsprong want hij weet de naam van de dief met het harnas en via een telefoonboek kent hij ook zijn adres in Aalst. Hij vergeet echter dat de jongens beschikken over een vliegende bol en dus ook heel snel in Aalst kunnen zijn.

Vanop afstand volgt Flip de handel en wandel van Anatool en ontdekt zo dat hij op zoek is naar Iwein van Aelst die in Aalst woonde maar onlangs verhuisde naar Dendermonde. Jommeke weet genoeg en ze keren snel terug naar Dendermonde om alles te vertellen aan professor Leybaert. De professor is verbaast omdat Iwein van Aelst al vele eeuwen dood is. Maar een telefoontje naar de dienst bevolking toont aan dat er nog iemand leeft in Dendermonde met die naam. Jommeke en Filiberke gaan op onderzoek terwijl Anatool wordt herkend door iemand die de politie op hem afstuurt.

Tijdens zijn ondervraging geeft hij de naam van de echte dief zodat de politie er op af kunnen gaan. Jommeke en Filiberke zijn sneller en hebben reeds een gesprek met de man die een nazaat blijkt van de Iwein van Aelst die eeuwen geleden zogezegd het Ros Beiaard in de Dender zou gegooid hebben. De man verklaart dat dat niet waar zou zijn maar dat hij het paard zou gered hebben. Dan daagt de politie op en ze kunnen de man arresteren. Gelukkig nadat hij het gouden hoefijzer aan Jommeke heeft gegeven zodat het terug naar de stad kan gebracht worden.

Opgemerkt:

• In dit verhaal treffen we cameo's aan van Luc Leybaert, ooit zelf één van de vier heemskinderen en nu professor aan de universiteit van Gent.. Ook zien we Piet Buyse, de burgemeester van Dendermondeopduiken.
• Op pagina 17 vraagt een politieagent wat het paard daar in de gang staat te doen. "Er staat een paard in de gang" is een bekende carnavalschlager van André van Duin uit 1981.
• In de strip zijn vele herkenbare plaatsen uit Dendermonde afgebeeld.