Zonnedorp staat in rep en roer wanneer aangekondigd wordt dat er in de dierentuin van Zonnedorp een monster is aangekomen. Iedereen verdringt zich om een glip op te vangen van het monster en dus moeten Jommeke en zijn vrienden het ook zien. Om de lange wachtrij te voorkomen glippen ze het dierenpark binnen. Maar ook aan de kooi van het monster is het over de koppen lopen en dus beslissen ze om eerst de andere dieren te gaan bewonderen. Voor ze het weten is het avond en gaat het park sluiten. Ze besluiten om de nacht door te brengen in het park en verstoppen hun voor de bewakers.
Later kunnen ze vrij rondlopen op het domein en kunnen ze ongestoord tot bij het monster geraken. Als ze dicht genoeg zijn horen ze echter geen gebrul maar gesnik. Het dier is helemaal geen monster en ziet er uit als een rare knuffelbeer. Het heeft verdriet en Jommeke en zijn vrienden kunnen zoveel leed niet aan. Ze besluiten het dier mee te nemen naar professor Gobelijn. Hij weet wellicht welk dier het is en waar het vandaan komt. Hun tocht door het dorp verloopt niet ongemerkt want ondertussen heeft het halve dorp het dier natuurlijk al gezien maar met een beetje creativiteit kunnen ze tot bij Gobelijn geraken. De verstrooide professor heeft al snel gevonden dat het dier een Zandbeer is dat in de woestijn leeft en volgens de wetenschap uitgestorven zou zijn. De professor weet waar precies de zandbeer zou leven en ze besluiten om het dier morgen terug naar de woestijn te brengen maar eerst moet hij de wetenschap op de hoogte brengen dat de zandberen helemaal niet uitgestorven zijn. Hij verwittigd de krant die het verhaal natuurlijk publiceren.
Het artikel wordt natuurlijk gelezen door Miguel Mott, die de beer aan het dierenpark verkocht. Hij beseft nu dat hij veel meer geld had kunnen vangen en gaat samen met zijn helpers op zoek naar de zandbeer om het terug te vangen. De bende gaat naar de professor waar ze de zandbeer aantreffen. Omdat hij bang is van de vliegende bol heeft Jommeke de vliegende ton vol zand gegooid om de beer op zijn gemak te stellen. Terwijl ze hun koffers pakken is de bende van Mott bij Gobelijn aangekomen en zien ze hoe de zandbeer aan het spelen is in de ton. Ongemerkt kunnen ze de ton op een vrachtwagen laden en vertrekken. Flip heeft het gelukkig opgemerkt en iedereen zet de achtervolging in. Dankzij de afstandsbediening van de vliegende ton kan de professor ongemerkt uit de vrachtwagen vliegen. Eindelijk kunnen ze de tocht naar de woestijn inzetten.
Het duurt niet lang eer dat onze vrienden in de woestijn landen. Onmiddellijk begint de zandbeer te grommen en wat later duikt er plots een ander exemplaar op. De twee beren vallen elkaar gelukkig in de armen en dan duiken er vanuit het niets nog meer zandberen op. De dieren zijn poeslief en zijn totaal niet de monsters waarvan men beweerde dat ze dat zijn. Wanneer een een zandstorm opduikt moeten onze vrienden terug opstijgen en als de storm liggen is zijn ook de beren verdwenen. Hopelijk zullen ze verder kunnen leven zonder vrees voor de mens.