Terwijl heel Zonnedorp en omstreken zich klaar maakt voor het Sinterklaasfeest zit de goede man met zijn schip te midden van een zware storm. Het water beukt zo fel tegen het schip dat er ongemerkt een container speelgoed in zee valt. Het toeval wil dat de niet veel later de container zal aanspoelen in Pimpeltjesland. Hoewel de kleine Pimpels blij zijn met het speelgoed hebben ze ook angst dat ze ontdekt zullen worden wanneer de grote mensen op zoek gaan naar hun verdwenen container.
De verdwijning van de container werd ondertussen opgemerkt door de hoofdpiet maar niemand weet hoe ze het verdwenen speelgoed moeten terugvinden. Als Sinterklaas het schip van zijn goede vriend Jan Haring aangemeerd ziet liggen aan de kade krijgt hij een idee. Hij vraagt de stoere zeebonk om uit te varen en de container te zoeken. Jan Haring moet niet nadenken en wat later vaart hij uit met Jommeke en Filiberke aan boord. Heel wat later zitten ze in volle zee en vanaf de plek waar de kist met speelgoed in het water is gevallen zetten ze hun zoektocht in. Terwijl Jan Haring een dutje gaat doen brengt de stroming hen tot aan Pimpeltjesland. Jommeke stuurt De Kuip weg van het eiland en Filip vliegt naar het eiland om te informeren bij Koning Pimpelpap. Die beslist dat Kapitein Haring van hun bestaan mag afweten waardoor ze terug naar het eiland kunnen varen om het speelgoed terug in te laden. Hoewel de Pimpeltjes triest zijn dat ze het speelgoed niet kunnen houden geven ze alles terug in de hoop dat Sinterklaas hun niet zal vergeten als hij zijn ronde maakt.
De terugreis verloopt voorspoedig maar ze weten niet dat er een pimpeltje lag te slapen in een poppenhuis. De woelige zee doet Pimpelella ontwaken en ze roept om hulp maar het huilen van de wind en het bonken van de golven maakt dat niemand haar hoort. Tot overmaat van ramp krijgt ze nog een stoeltje tegen het hoofd waardoor ze bewusteloos op de vloer van het poppenhuis valt. Als ze ontwaakt is het schip reeds gelost en hebben alle Pieten het speelgoed veilig opgeborgen in afwachting van 6 december. Vermoeid en in grote angst valt het meisje in slaap niet wetende dat haar verdwijning in haar thuisland werd opgemerkt en dat de koning een van zijn onderdanen de opdracht heeft gegeven om op de rug van de ooievaar van Begonia naar Zonnedorp te vliegen om Jommeke te verwittigen.
Pimpelella heeft in het poppenhuis wat kleren gevonden en besluit om zelf op zoek te gaan naar Jommeke en hoewel dit haar bloot stelt aan de gevaren van de grote wereld begint ze aan een moeilijke zoektocht. Terwijl ze door de straten trekt heeft Pimpelo Jommeke en zijn vrienden al kunnen verwittigen.
Bijna ten einde raad hoort Pimpelella een man spreken over Zonnedorp. Ze besluit in diens boodschappentas te kruipen om zo dichter bij Jommeke te raken. Ze weet echter niet dat de man niemand minder is dan Zazof, de knecht van de Koningin van Onderland. Na een lange busreis valt het kleine meisje dan ook ongenadig in de handen van de boosaardige Koninging die haar gebruikt op wraak te kunnen nemen op haar aardsvijand. Ze stuurt Jommeke een brief met de vraag hem over te geven. Jommeke is dit echter niet van plan en overlegt met Sinterklaas. Ze besluiten een list te gebruiken en Sinterklaas meldt zich bij het kasteel waar hij een groot schommelpaard aan de koningin geeft. Die nacht, als iedereen slaapt blijkt dat Jommeke en Filiberke in het paard verborgen zaten. Ze klimmen er uit en kammen het kasteel uit in hun zoektocht naar Pimpelella. Ze worden ontdekt maar met behulp van Sinterklaas en de Pieten kunnen ze de twee booswichten overmeesteren. Sinterklaas vind het erg dat hij al dat leed heeft veroorzaakt en heeft dan ook een verassing in petto voor de Pimpeltjes. Niet alleen brengt hij Pimpelella en Pimpelo terug naar het eiland, hij neemt ook nog eens leuke kadootjes mee waarmee de Pimpeltjes naar hartelust kunnen spelen. Het belangrijkste is echter dat de Koning weer verenigd is met zijn dochter.