Jommeke en zijn vriendjes worden door Kapitein Jan Haring uitgenodigd om in de abdijhoeve een kunsttentoonstelling bij te wonen. Zij worden hartelijk verwelkomd door de kapitein en groot is hun verwondering als blijkt dat het merendeel van de tentoongestelde werken van de hand van hun vriend zijn. Het werk waar hij het meest fier op is, is het schilderij over potvis Valentijn.
Op 12 februari 1989 spoelde op het strand van Koksijde een enorme potvis aan en kreeg de naam Valentijn. Het dier werd onderzocht door een team van de universiteit van Gent onder leiding van
Pieter Cornillie. Na het onderzoek werd de potvis begraven en nu zoveel jaren later werd het dier terug opgegraven. De bedoeling is om het skelet schoon te maken om dan tentoon te stellen in het vernieuwde NAVIGO-museum.
De organisatie van het museum krijgt echter sinds kort dreigbrieven van een anonieme schrijver die het skelet niet in het museum wil. Onze vrienden stellen voor om in het museum te overnachten om zo te voorkomen dat iemand met kwade bedoelingen het skelet kan beschadigen. Die zelfde nacht nog worden ze abrupt uit hun slaap gehaald wanneer er een baksteen door het raam vliegt. De baksteen komt met een boodschap. Een ultimatum dat het skelet moet verdwijnen. Filip vliegt dadelijk uit om de dader op te sporen en reeds na enkele seconden heeft hij de vluchtende man opgespoord. Het blijkt niemand anders te zijn dan hun vriend Jan Haring. Filip weet niet wat hij ziet en vliegt terug naar Jommeke om verslag uit te brengen.
De volgende ochtend confronteert onze bende de kapitein met het voorval. Hij heeft er niets mee te maken maar moet wel bekennen dat hij weet wie de dader is. De dader is Piet Haring, één van zijn drie broers. Jaren geleden trok hun vader, ook een visser, naar het verre noorden om er te vissen maar zijn schip werd gekelderd door een grote potvis en zonk naar de bodem van de zee. Piet verwijt de potvis dus de dood van hun vader en kan niet verkroppen dat het dier ook maar enige eer krijgt in een museum. De man moet dus gestopt worden, maar hoe? Jommeke heeft een idee, hij laat uitschijnen dat professor Gobelijn het skelet heeft verkleint en lokken hem met een lege doos naar de Kuip van Jan Haring. Ze hopen dat Piet hen zal volgen om dan een gesprek met hem aan te gaan. Het plan mislukt want Piet is niet voor rede vatbaar. Hij dreigt te schieten met een harpoen en verdwijnt met de doos onder de arm. Terug aan wal heeft de zeeman weer pech want er trekt net een optocht door de straten. Op één van de praalwagens staat een grote potvis. Woedend springt hij op de praalwagen om de potvis af te breken. De brokstukken dreigen echter op een klein meisje te vallen en Piet kan door snel ingrijpen gelukkig voorkomen dat het meisje gewond geraakt. Door dit voorval beseft hij dat hij te ver is gegaan en geeft zich over.
Pieter kan de pijn van Piet echter verzachten. Hij heeft de beenderen van Valentijn laten onderzoeken en het kan niet dat deze potvis verantwoordelijk was voor de dood van zijn vader. Piet had zijn woede dus gericht op het verkeerde dier. Door zijn acties heeft hij echter wel de aandacht van de politie getrokken die hem arresteren. Een goed woordje van Pieter Cornillie doet echter wonderen en Piet wordt vrijgelaten op voorwaarde dat hij vrijwilligerswerk doet in het NAVIGO-museum. Maar het goede nieuws is niet gedaan want de Miekes hebben voor een echte verassing gezorgd. Zij organiseerden een feestje waar ook Joris en Korneel, de twee andere broers aanwezig zijn. De vier Haring broers terug verenigd. Als Choco nu de kroketten niet had gestolen zou het echt een happy end zijn geweest.
Opgemerkt: