20. Elementary, My dear Clifton

Titel in originele taal: Elementary, My dear Clifton
ISBN-nummer: 978-9086-77103-5
Eerste druk: November 2022
Uitgeverij: Uitgeverij Le Lombard
Tekenaar: Rodrigue
Scenarist: Bob De Groot

Jade en Clifton komen net terug van een afspraak bij een autohandelaar wanneer ze betrokken raken in een verkeersongeval. Een oldtimer komt uit een eenrichtingsstraat en een ongeval is niet meer te vermijden. Door de klap raakt Clifton bewusteloos en wanneer hij wakker wordt staat agent Strawberry over hem heen gebogen. Van de andere chauffeur en Jade is geen spoor te bekennen. Clifton verwittigd de ordediensten en krijgt de raad om naar huis te gaan om aldaar op verder nieuws te wachten. De volgende ochtend zit er een man in de woonkamer. De man werd door mevrouw Partridge binnen gelaten hij beweert uit het jaar 1912 te komen en net als Clifton detective te zijn. Hij begint zijn verhaal met een tijdmachine die gebouwd werd door ene Professor Hamilton die zijn genie ter beschikking heeft gesteld van de misdaad. De detective zijn partner verdween net op het moment dat ze Hamilton ervan verdachten een grote slag te gaan slaan. Hij volgde Hamilton tot in zijn labo en zag hoe het criminele genie verdween naar de toekomst. Hij begreep hoe het toestel werkte en volgde de man naar 2006. Daar was hij getuige van het ongeval tussen Hamilton en Clifton maar raakte het spoor bijster. Hij volgde Clifton naar huis en verwierf info bij zijn buren. Zo wist hij dat de kolonel hem kon helpen om Hamilton en zijn partner terug te vinden.

Clifton geloofd geen woord van wat de man vertelt maar zijn gedachten worden onderbroken door de deurbel. Het is Donald Spruce met informatie over het ongeval. Zo blijkt dat de wagen van de tegenpartij inderdaad toebehoorde aan professor Hamilton. Het geheimzinnige is echter dat de man verdween in 1912 en geboren werd in 1861. Hij zou dus 144 jaar moeten zijn. Zijn bezoeker heeft het verhaal overhoord en stelt zich dan voor als niemand minder dan dokter Watson, de partner van de verdwenen Sherlock Holmes. Watson en Clifton gaan terug naar het labo van Hamilton en vinden er de gsm van Jade. Clifton weet nu wel zeker dat de verdwijning van zijn vriendin in verband staat met deze zaak en wanneer Watson opmerkt dat zijn tegenstander terug naar zijn tijd is vertrokken stelt hij de kolonel voor om mee te gaan naar het verleden, naar 1912. Clifton geloofd zijn ogen niet wanneer hij in het Edwardiaanse Londen aanbelandt. Samen gaan ze naar Baker street waar het huis van Holmes gelegen is om er op zoek te gaan naar aanwijzingen. Het enige aanknopingspunt dat ze vinden is een schets van het huis van Maharadja Vanhpol Toth Evhnar en een verwijzing naar "het tovermeer".

Met dit aanknopingspunt in gedachte gaan ze naar het paleis van de Maharadja waar ze vernemen dat de man een geweldig kostbare halsketting voor zijn echtgenote heeft besteld en dat alles in gereedheid wordt gebracht om het juweel, dat via een geheime route naar Londen wordt gebracht, in ontvangst te nemen. Watson denkt dus dat Hamilton de halsketting wil stelen. Clifton vermoed dat Hamilton naar de toekomst ging om daar in het Nationaal Archief te lezen welke route ze zouden nemen en welke escorte er mee zou reizen. Ze vertrekken naar Folkstone om Hamilton te onderscheppen vooraleer hij het halssnoer kan stelen. Als ze ter plaatse aankomen merken ze al snel dat ze te laat zijn. Het halssnoer werd overhandigd aan een man die zich voordeed als gezant van de Maharadja en zijn assistente. Die assistente zou wel eens Jade kunnen zijn. De verkopers waren verbaasd toen ze hoorden dat het duo niet naar Londen ging met het juweel maar naar Hollystone. De achtervolging wordt ingezet en onderweg worden voetgangers bevraagd om te zien dat ze nog steeds op de juiste weg zitten. Wanneer ze een groep padvinders tegenkomen vertellen de jongens dat ze Hamilton en een vrouw zagen. De vrouw riep hen zelfs een totemnaam toe: "Muzikale reiger". Dat is de totemnaam van Clifton en enkel Jade kon dat weten. Hij is nu wel zeker dat Jade in het gezelschap is van Hamilton. Ze reden richting Canterbury, een streek gekend door immense domeinen en betoverende kastelen. Ze allemaal doorzoeken zou onbegonnen werk zijn maar dan herinnert Clifton zich de tip "het tovermeer". Een rondvraag leert hen dat "het tovermeer" een domein is net buiten het dorp. Het wordt zwaarbewaakt en dus reden te meer om te vermoeden dat ze op het juiste spoor zijn.

Omdat het domein te goed wordt bewaakt moet er toevlucht genomen worden tot een list. Clifton heeft een plannetje en schakelt zijn geliefde scouts in die wat verderop een bivak hebben opgezet. Terwijl de scouts voor afleiding zorgen dringen Clifton, Watson en de mannen van de Maharadja door tot in de woning. Jade kan zichzelf redden en Clifton zet de achtervolging in op Hamilton. De man kan niet meer ontkomen en wordt ingerekend. Tijd dus om terug te keren naar 2006 waar Clifton ontwaakt na een heerlijke nachtrust. Als hij beneden komt zit Jade in het salon en vertelt hem over zijn hoofdwonde na de aanrijding met een kat. Heeft hij het hele avontuur dan gedroomd of is er toch meer aan de hand?

Opgemerkt:

  • In de showroom van Pashish herkennen we enkele prachtige oldtimers zoals een Cadillac 62 Cabrio, een Mercedes 300SL Gullwing en een Bugatti 575C.
  • De Rolls-Royce van Maharadja Vanhpol Toth Evhnar is gekend van pool tot evenaar.
  • Watson slaakt van verwondering een kreet. "By Jove". Het is een uitdrukking uit de 18de en 19de eeuw toen "Mijn God" niet mocht gebruikt worden. Het is waarschijnlijk ook een verwijzing naar de stripreeks Blake en Mortimer waar de uitdrukking regelmatig geuit wordt door professor Mortimer.