1. Een vreemde verdwijning

Titel in originele taal: L'homme qui aimait les poupées
ISBN-nummer: 978-9088-10250-9
Eerste druk: 1996
Uitgeverij: Daedalus
Tekenaar: Jean-Charles Kraehn
Scenarist: Jean-Charles Kraehn

Gil St.-André heeft het allemaal. Een bloeiend bedrijf, een mooi huis, Sylvia zijn prachtige vrouw en Sabine, zijn lief dochtertje. Het leven is goed tot op een avond Sylvia verdwijnt. Ze ging nog snel naar de nachtwinkel in de buurt om wat extra ingredienten voor een feestmaal in te kopen maar ze zou nooit in de winkel aankomen. Een bezorgde Gil kan maar één conclusie trekken. Sylvia werd ontvoerd!

De volgende ochtend gaat Gil aangifte doen bij de politie maar wordt er van het kastje naar de muur gestuurd. Behalve Dijda, een stageaire, neemt niemand zijn roep om hulp serieus. Hij wordt moedeloos tot hij een tip krijgt van een oud vrouwtje dat in de buurt van de nachtwinkel woont. Zij heeft in de dagen voor de ontvoering een grote Amerikaanse slee geparkeerd zien staan in de straat en na de verdwijning was ook de wagen verdwenen. Ze noteerde het nummerplaat zodat Gil terug naar de politie kan gaan. Daar vertellen ze hem dat het nummerplaat vals is maar hij verneemt er ook dat er in een nabijgelegen stad nog een vrouw verdween die leek op zijn vrouw. Het was een sterveerster in een restaurant. Hij bezoekt de eetgelegenheid en krijgt het adres van haar vriend. Als Gil er gaat aanbellen is de ontvoerder in het appartement om wat kleren op te halen. Hij houdt zich muisstil en wanneer Gil zijn gegevens onder de deur schuift panikeert de ontvoerder. Hij lokt Gil naar een parkeergarage met als doel hem om te rijden met zijn bestelbus.

Gil denkt dat hij een tip gaat krijgen in de garage maar net op het moment dat de ontvoerder hem dreigt te vellen kijkt hij om en kan hij de wagen vermijden. Hij kan nog net het opschrift van de bestelbus lezen: Millot, electricien in Lyon. Millot blijkt een oude man te zijn die enkele jaren geleden zijn bestelwagen heeft verkocht aan een jonge man genaamd Paul Higone. Samen met Dijda gaant Gil naar zijn ouderlijk huis. Daar vernemen ze dat Paul op vakantie is gegaan naar Turkije en nooit meer is teruggekomen. Ze vernemen dat hij een rare jongen was die liever met poppen speelde en hield van de poppen aan te kleden. Ze spannen een val. Ze plaatsen een advertentie waarbij Djida zich uitgeeft voor een meisje dat zich wil laten kleden als een pop. Als Paul toehapt klapt de val dicht. Ze volgen de man tot aan een verlaten fabriek waar ze hem in het nauw drijven. Helaas kunnen ze hem niet ondervragen want hij struikelt en stort enkele meters naar beneden.

In de fabriek vinden ze enkele lijken van vrouwen. Ze hebben hun mannetje gevonden. Gelukkig voor Gil is zijn vrouw niet één van de lijken. Dat wil zeggen dat Sylvia misschien nog leeft. Hij keert terug naar huis maar daar wacht hem een nieuwe mokerslag. Het au-paire meisje ligt bloedend op de grond en vertelt hem dat Sabine werd ontvoerd door mannen in een grote Amerikaanse wagen.