4. Vrachtboten in de avond

Titel in originele taal: Les cargos du crépuscule
ISBN-nummer: 90-314-0141-2
Eerste druk: 1961
Uitgeverij: Uitgeverij Dupuis
Tekenaar: Maurice Tillieux
Scenarist: Maurice Tillieux

Op een rustige avond staat de gevangenis in rep en roer. De bankrover Opium Joop is op onverklaarbare wijze uit de gevangenis kunnen ontsnappen. Tijdens zijn proces waar hij tot 20 jaar werd veroordeeld zwoer hij om zich te wreken op zijn advocaat, de heer Samson. Om de man te beschermen krijgt Inspecteur Spek de opdracht om de villa van de advocaat te bewaken. Als Opium Joop opdaagt moet hij onmiddellijk in een web van politiemensen lopen. Ook Guus Slim biedt de raadsman zijn diensten aan maar hij wordt afgewezen. Slim is echter niet snel tevreden en hij neemt samen met vlinder zijn intrek in een nabijgelegen krot. Van daaruit heeft hij perfect zicht op de villa van Meester Samson.

Tegen middernacht doet Spek zijn ronde en gaat hij een kopje koffie drinken. Als hij terug in de studeerkamer van Samson komt is deze echter verdwenen. Het raam staat open maar niemand heeft iets opgemerkt. Behalve dan Vlinder en Guus Slim die de achtervolging inzetten met de "Dauphine" van Slim. Samen zien ze hoe Opium-Joop zich met reuze sprongen een weg door de stad baant, zo snel dat Guus hem niet kan volgen. Het lijkt wel alsof Opium Joop kan vliegen. De politie kan nu enkel maar afwachten maar Guus Slim is niet de man die bij de pakken blijft neerzitten en vraagt zich af waarom Samson het venster opende van zijn kamer met deze koude temperaturen. Terwijl Vlinder bij de wagen blijft gaat hij terug naar het huis van de advocaat.

Hij doorzoekt het huis van onder tot boven en kan niets vinden. Dan wordt hij plots langs achter neergeslagen en verliest het bewustzijn. Zijn belager neemt hem mee in zijn wagen. Als Guus terug bijkomt merkt hij dat hij aan de handen gebonden is. Hij profiteert van een moment van onoplettendheid om het contact van de wagen af te zetten. Er ontstaat een klein handgemeen in de wagen waardoor de chauffeur niet ziet hoe er een vrachtwagen aankomt. Beide voertuigen komen hard in botsing en Guus Slim kan van het ongeval gebruik maken om te ontsnappen. Zijn ontvoerder zit hem echter op de hielen en als Guus een doodlopend steegje in loopt lijkt het pleit beslecht. Zeker wanneer zijn belager op hem af komt aan het stuur van een bulldozer. Gelukkig kan Guus nog net op tijd een zwaar rooster in de grond optillen om via de riolering te ontkomen. Het riool komt uit in de rivier en Guus moet zich al zwemmend zien te redden. Dat is echter makkelijk gezegd met kleren aan in ijskoud water. Het lukt hem om tot aan een kadetrap te zwemmen maar dan doet het koude water opnieuw zijn werkt en raakt hij het bewustzijn kwijt. Zijn ontvoerder ziet nog net hoe hij gevonden wordt door twee patrouillerende agenten.

De volgende dag wordt hij wakker in het ziekenhuis met Vlinder en Kersensteeltje aan zijn bed. Samen gaan ze naar huis om zich te beraden. Net nadat hij neergeslagen was hoorde hij vaag een gesprek tussen zijn aanvaller en opdrachtgever over een contract. Ze richtten dus hun pijlen op verzekeringsmaatschappijen en proberen erachter te komen van wie de wagen was waarmee hij het ongeval had. Die avond verspreidt de pers het bericht dat Samson werd gevonden aan de spoorweg. Overreden door een trein en enkel identificeerbaar via zijn papieren. Daar mee lijkt de zaak voorbij tot Guus Slim een telefoontje krijgt van een man die beweerd Samson te zijn, in levende lijven. Hij maakt een afspraak om Guus Slim te zien in een afgelegen villa. Hij gaat meteen op de uitnodiging in maar loopt recht in de val en zit gevangen in een vrieskamer. De temperatuur daalt snel en Guus verliest nogmaals het bewustzijn van de koude. Enkele uren later zit hij echter levend en wel op het politiekantoor. Spek doet het verhaal. De verongelukte wagen stond om naam van Dr. John. Deze dokter had Opium Joop net voor zijn proces geopereerd samen met zijn assistent. Dat maakte Spek nieuwsgierig en ging naar het huis van de dokter. De dokter was vliegen maar naast een bevroren Guus in de kelder vond de politie er wel nog zijn assistent, John Donker, toevallig de belager van Guus Slim.

Vanaf dan beginnen de puzzelstukjes in elkaar te vallen. Kersensteeltje heeft ontdekt dat Samson een levensverzekering heeft afgesloten op naam van dokter John. De verzekering heeft het bedrag netjes aan de dokter overgemaak in de vorm van een cheque. In de portefeuille van John Donker vinden ze een briefje met de verwijzing naar de haven. Ze denken dus dat dokter John er die avond vandoor zal gaan met een schip. Samen racen ze naar de haven maar daar loopt het spoor dood. Ze vragen informatie in een café waar ze een gouden tip krijgen. Ze moeten naar een scheepswerf waar oude boten afgebroken worden. Ze doorzoeken de schepen en met behulp van het duister wordt Guus aangevallen. Hij kan zijn belager echter neerslaan en identificeert hem als Dr. John. Dan ziet hij iemand wegzwemmen. Terwijl spek zich over de dokter ontfermd gaat Guus achter de zwemmer aan. Het komt tot een handgemeen. Ook deze man kan Guus overmeesteren en het blijkt niemand minder dan meester Samson te zijn.

De man bekent hoe hij Dr. John leerde kennen. De man was bioloog en experimenteerde met sprinkhanen. Dat bracht hem op een idee waarmee hij verzekeringsfraude kon plegen. Opium Joop werkte voor een klein deel van de winst mee aan het complot maar hij wist teveel. Ze sloegen hem neer en legden hem op de sporen met in zijn zak Samsons papieren. Samen moeten ze dus niet alleen de cel in voor verzekeringsfraude maar ook nog eens voor moord.