Koning Boudewijn komt op bezoek in de papschool van Urbanus en iedereen moet zijn beste beentje voorzetten van Meester Kweeper. Wanneer de Koning aankomt stelt hij vragen aan de leerlingen maar allemaal gaan ze de mist in. Enkel Urbanus kan nog de eer van de klas redden en met een beetje hulp lukt het ook. De Koning maakt dan ook een belofte. Als Urbanus zijn papschooldiploma haalt tegen het einde van het jaar krijgt hij als beloning een chocoladefabriek cadeau.
Natuurlijk zijn zijn klasgenootjes allemaal super jaloers en in plaats van Urbanus te helpen doen ze er alles aan om hem te dwarsbomen. Zo krijgen ze het idee om mollen te kweken en die massaal los te laten onder het schoolgebouw. Wanneer de mollen hun werk gedaan hebben krijgt de meester evenwichtsstoringen waardoor hij geen les meer kan geven. Gelukkig kan Urbanus het gebouw stabiliseren en zo voorlopig zijn diploma redden. De klasgenoten zijn woedend en gaan over tot een drastische methode. Ze kunnen de hand leggen op pershingpoeder om de school op te blazen. Amedee de vlieg heeft het doorzien maar niemand kan voorkomen dat enkele ogenblikken later de school volledig de lucht in gaat. Weer komt Urbanus met de oplossing door een noodschooltje te bouwen waarin les kan gegeven worden. Voorlopig is zijn diploma weer gered maar omdat het schooltje van hout is besluiten de andere leerlingen om het in brand te steken. Nu ook deze school verloren is komt zij chocoladefabriek terug in gevaar.
Urbanus is er depressief van geworden maar dan heeft hij de ultieme oplossing. Hij verhuurt zijn slaapkamer aan de school waardoor hij in afwachting van de wederopbouw van de school toch les kan krijgen. De rest van het schooljaar verloopt zonder problemen en Urbanus haalt het tot aan de examens. Heel het jaar had hij het plan om Amedee te doen studeren om hem dan op de dag van het examen alles voor te zeggen. Bijna loopt het mis maar door een stom toeval krijgt Urbanus met de hakken over de sloot toch zijn einddiploma. Fier gaat hij naar de Koning om zijn prijs op te eisen. Urbanus zou Urbanus niet zijn mocht hij natuurlijk geen domme dingen doen. Hij doet zich onmiddellijk tegoed aan al de chocoladelekkernijen waardoor hij ziek wordt en in de verpakkingsmachine valt.
Opgemerkt: