9. De Boogschutters

Na een klein verblijf op het vaste land keert Thorgal terug naar zijn eiland om bij zijn vrouw en zoon te zijn wanneer hij verrast wordt door een felle storm. Hij kan ternauwernood zijn boot drijvend houden wanneer het noodlot toeslaat. Zijn boot wordt overvaren door die van Tjall, de vurige en zinkt als een baksteen. Gelukkig kan Tjall hem uit het kolkende water redden en samen varen ze naar het dichtsbijzijnde eiland en de woonst van Arghun Boomvoet, Tjall's oom. Thorgal moet terug naar huis maar nu hij geen geld meer heeft kan hij geen boot kopen. Tjall heeft de oplossing. De vorst van Umbrië organiseert een boogschutterstornooi waaraan ze kunnen deelnemen. Met het prijzengeld kan Thorgal tien boten kopen. Het toeval wil dat Boomvoet een wapenmaker is die gespecialiseerd is in pijl en boog. Al snel leert Thorgal dat Boomvoet aan iedereen zijn diensten verkoopt. Aan edelen zowel als aan boeven en met deze laatste maakt hij kennis wanneer Kriss van Valnor en haar gezel Sigwald de verbrandde opdagen om materiaal te kopen. Als ze de handelswaar uit proberen kan Tjall het niet lagen om Kriss een beetje uit te dagen en haar te laten zien dat hij een betere schutter is. Het meisje kookt van woede maar kan haar beheersen. Ze betalen Boomvoet en vertrekken met hun nieuwe lading pijlen.

Dan is het tijd om te vertrekken naar Umbrië en onderweg komen ze veel onguur volk tegen en dan ziet Tjall de talisman van Kriss rond de nek van een rover. Hij beseft dat het meisje overgeleverd is aan een dievenbende en samen volgen ze de mannen in de hoop dat ze hen naar Kriss zullen leiden. Onder de dekking van de nacht sluipen ze dichterbij en zien dat ook Sigwald op hetzelfde idee is gekomen. Samen moeten ze Kriss bevrijden uit de handen van de talrijke boeven zonder ze wakker te maken. Ze kunnen Kriss ongezien bevrijden maar het meisje heeft andere plannen. De bende heeft zich aan haar vergrepen en zij wil ze allemaal dood. Vooral hun leider. Nu ze niet langer gebonden is roept ze hard in de nacht zodat de mannen wakker worden. Haar gezellen moeten vechten als leeuwen om te kunnen overleven. In het gevecht raakt Sigwald helaas lichtgewond maar het is ernstig genoeg om een tijdje niet meer met de boog te kunnen schieten. Omdat er met met twee moet ingeschreven worden kan ook Kriss het tornooi nu wel vergeten.

Omdat Tjall al heeft ingeschreven met zijn oom moet Thorgal een partner vinden wil hij aanspraak kunnen maken op de beloning. Hij kan Kriss van Valnor overtuigen om met hem een team te vormen en worden zo geduchte concurrenten voor de winst. Zowel Tjall en Boomvoet als Kriss en Thorgal doorstaan de eerste proeven met glans. Zodanig zelfs dat de andere deelnemers beseffen dat ze kansloos zijn tegen zoveel kunde. De volgende ochtend wordt het menens en de opdrachten gevaarlijker. De schutters moeten om beurten schieten op een doel dat rond de nek van hun partner hangt terwijl de afstand tussen beiden steeds groter wordt. Het risico wordt dus ook groter en groter en bijgevolg vallen er meer en meer deelnemers af. Thorgal spreekt dan de vorst aan en stelt voor om de winstpremie te verdelen tussen de vier overblijvers. Hijzelf en Kriss en Boomvoet en Tjall. De vorst gaat akkoord en tijdens het banket dat het tornooi afsluit overhandigd hij de 100 zilverlingen aan Kriss zodat zij het kan verdelen tussen haar gezellen.