In dit eerste deel van deze spin-off maken we kennis met de jonge Thorgal, Skald (Troubadour) in een door honger
geteisterd land. Bij afwezigheid van koning Gandalf-de-Gek staat zijn zoon Björn aan het hoofd van de gemeenschap.
Hij beslist om sinds generaties weer mensenoffers te brengen aan de goden zodat er een einde aan de hongersnood zal komen. Omdat hij niet kan verdragen dat zijn zus Aaricia op Thorgal verliefd is, kiest hij om deze laatste te offeren.
Net op het moment dat ze hem willen pakken dagen er drie grote walvissen op in de baai. Als ze deze walvissen
zouden kunnen vangen is het voedselprobleem onmiddellijk opgelost. De walvissen reageren op de stem van Thorgal en alsof ze met hem kunnen communiceren vertellen ze hem dat ze de betoverde zussen Minkelsönn zijn.
Volgens de legende maakte de God Loki de mooie zussen het hof maar omdat deze niet ingingen op de avances van Loki vertelde hij tegen Frigg, de vrouw van Odin dat ze zichzelf mooier vonden dan de Godin. Uit woede veranderde ze de meisjes in walvissen, gedoemd om voor eeuwig in het koude water te zwemmen. Enkel de drie nornen (heksen) die de grot met de bron van Lird bewaken kunnen de betovering verbreken.
Thorgal kan Hierulf-de-Denker overtuigen om de jacht op de walvissen te vertragen zodat hij op zoek kan gaan naar de Nornen om de betovering te laten verbreken. Hierulf, die een vertegenwoordiger is van de Althing, de hoge vikingsraad, kan zijn invloed aanwerven en mede door een list krijgt hij uitstel tot de volgende nieuwe maan.
De heksen wonen aan "Thors Aambeeld" een heuvel op enkele dagen stappen. Een tocht vol gevaar en ontbering. Toch
kan niemand de jonge Thorgal weerhouden om te vertrekken op zijn gevaarlijke queeste.