De Romeinen hadden er echter niet op gerekend dat de kleine Nognix alles had gezien. Hij brengt de stam op de hoogte maar iedereen kan alleen maar vaststellen dat ze te laat zijn. Asterix en Obelix besluiten dan maar om naar Rome te reizen en daar hun bard te bevrijden. Ze kunnen meevaren met Epidemaïs, een Phoenitische zeeman waardoor ze niet veel tijd verliezen. Ze komen dus niet veel later dan Assurancourix aan in de Romeinse hoofdstad.
Caesar is niet echt gelukkig met zijn geschenk en vraagt aan de gladiatorentrainer Gaius Paffus om de bard te trainen. Als dit onmogelijk lijkt, besluit de veldheer om de bard voor de leeuwen te gooien. Ondertussen zijn Asterix en Obelix op zoek door de straten van Rome en komen ze via Emigrantix, een landgenoot, erachter waar Assurancourix opgesloten zit.
Het toeval brengt Caius Paffus en onze twee helden samen. Paffus denkt twee nieuwe uitstekende gladiatoren gevonden te hebben en Asterix en Obelix hopen via deze man makkelijk in de catacomben van het Circus te geraken, want daar zit hun vriend namelijk opgesloten. Als ze eindelijk samen zijn besluiten ze om de Romeinen voor de gek te houden. Tijdens de spelen houden ze Caesar zodanig voor de gek dat deze zijn soldaten de ring in stuurt, maar deze worden door Asterix en Obelix op een schitterende manier in de pan gehakt. Het volk denkt dat dat dit allemaal bij de show hoort en kan het wel smaken. Caesar kan niet anders dan de wil van zijn volk volgen en verleent de drie galliërs gratie waardoor ze ongehinderd kunnen terugkeren naar hun dorp.