In het oude Rome moesten de meeste mannen 20 jaar dienst doen in het leger. Als ze afzwaaien is het dan ook de gewoonte dat Caesar hen beloond met een lap grond in de koloniën. Legionair Bacchionysus was niet zo'n voorbeeldig soldaat. Meer dronken dan nuchter en op de dag van de afzwaaiceremonie zit hij zelfs in de gevangenis wegens het beledigen van Caesar. In plaats van hem te straffen bedenkt Caesar een duivels plan. Hij geeft hem ook een stuk land, namelijk het Gallische dorp.
Caesar kon echter niet voorzien dat de dronkenlap geen waarde hecht aan eigendom en zo komt het dat hij in de eerste herberg het certificaat van eigendom inruilt voor een maaltijd en vooral veel wijn. De nieuwe eigenaar Appendix, zijn vrouw Angina en dochter Coriza laten er dan ook geen gras over groeien. Zij verkopen hun herberg en reizen af naar het gekende dorpje aan zee. Groot is hun verwondering als blijkt dat het dorp nog steeds bewoond is. Als hij het certificaat van eigendom aan het stamhoofd laat zien krijgt hij enkel hoongelach te horen en dit tot grote woede van Angina die hem verwijt een mislukkeling te zijn. Abraracourcix zien veel vergelijkingen met zijn huwelijk en besluit Appendix te helpen. Hij biedt hem een leegstaande woning aan zodat hij in het dorp een herberg kan openen. Op die manier lijdt hij geen gezichtsverlies ten opzicht van zijn vrouw.
Bij de opening van de herberg gaat het al meteen mis. Angina en Bellefleur kunnen elkaar niet uitstaan en zijn de oorzaak dat ook de mannen verdwijnen in hun beroemde twisten. In een mum van tijd is de herberg afgebroken. Hoewel Appendix nu wil weggaan is de eer van Angina gekrenkt. Zij wil blijven en haar via sluwe manipulaties het dorp toe-eigenen. Ze wil verdeeldheid zaaien in het dorp en laat uitschijnen dat haar man stamhoofd wil worden. De Gallische wetten staan dit immers toe en een verkiezing zal uitmaken wie wint. Ondertussen start ze een charme offensief met de bevolking. Ook Coriza moet haar duit in het zakje doen en bespeelt Obelix met haar charmes. Hun plan lijkt te werken want al snel is het dorp verdeeld en tot overmaat van ramp weigert Panoramix om toverdrank te verdelen zolang er geen eendracht is. Asterix begrijpt dat dit wel eens een groot probleem zou kunnen zijn want het dorp is tenslotte nog steeds omringt door Romeinse legerkampen.
Alle grote problemen bestaan uit drie en zo ook in het dorp wanneer Bacchionysus in het dorp opduikt om zijn eigendom terug op te eisen. Hij wordt door Asterix snel uit het dorp gezet maar de Romein laat het er niet mee. Hij trekt naar het Legerkamp Laudanum waar hij zijn oude strijdmakker Agraricus aantreft. De man was getuige bij de ceremonie en zag hoe Caesar het geschenk overhandigde. Tegen beter weten in kan de Centurion niet anders dan optreden tegen het dorp. Hij brengt dan ook zijn troepen in staat van oorlog en test de nieuwe katapulten die ze net verkregen hebben. Tijdens het testen loopt Asterix in het bos als hij ten nauwernood een rotsblok tegen het hoofd krijgt. Hij loopt in de richting van het legerkamp en ziet hoe de grote stenen vanuit het kamp worden geprojecteerd. Asterix verschanst zich in een toren om beter te kunnen kijken maar wordt ontdekt. Als hij wordt herkend zetten de legionairs het op een lopen waardoor ook Asterix snel het hazenpad kiest. Dit doet de Romeinen vermoeden dat hij geen toverdrank heeft en vol vertrouwen trekken ze dan ook naar het dorp.
In het dorp is net een debat begonnen tussen Abraracourcix en Appendix om uit te maken wie het beste stamhoofd zou zijn. Asterix krijgt geen gehoor omdat de discussies hoog oplaaien maar wanneer de rotsblokken plots uit de hemel vallen wordt alles duidelijk. Zonder toverdrank zijn ze verloren en Panoramix wil nog steeds niet inbinden. Appendix wil met de Romeinen gaan praten maar het stamhoofd kan hem tegenhouden. Het zou immers niet goed aflopen voor de herbergier. Deze eensgezindheid is wat de druïde nodig heeft om zijn toverdrank boven te halen. Nu is de strijd natuurlijk snel gestreden. Na de slag beseft Appendix dat hij hier niet thuis hoort en besluit om naar Lutetia te trekken zodat in het dorp weer het normale leven zijn gang kan gaan. Iedereen tevreden, behalve de Romeinen natuurlijk.
Opgemerkt: