In hun tocht naar het Gallische kamp stoten ze in het bos op twee bekenden. Asterix en Obelix zien meteen dat er iets niet pluis is en bevrijden de jongen uit de Romeinse handen. Ze brengen de jongen naar hun dorp alwaar ze de hele geschiedenis te horen krijgen. Claudius denkt ondertussen dat hij veilig is. Het maakt immers niet veel uit of de jongen in het legerkamp of in het dorp verblijft. Zolang hij maar ver van zijn thuisland wordt gehouden. Hij keert terug naar zijn eenheid in Hispania, niet wetende dat Asterix en Obelix besloten hebben om de jongen terug naar zijn vader te brengen.
Enkele dagen later slaat het toeval toe. Asterix en Obelix besluiten om samen met Pépé iets te gaan eten in dezelfde herberg waar ook Claudius aan het dineren is met enkele collega''s. Claudius slaat onmiddellijk in paniek en moet nu alles op alles zetten om de jongen terug uit de handen van de onoverwinnelijke Galliërs te krijgen. Hij vermomt zich als Hispaniër en huurt een wagen om de achtervolging in te zetten.
Als de as van Asterix'' wagen breekt staan ze opeens oog in oog met de Romein maar gelukkig werkt zijn vermomming.
Samen reizen ze verder naar het zuiden en vanzelfsprekend probeert Claudius de jongen te ontvoeren. Asterix is immers erg argwanend en laat de jongen niet uit zijn zicht. Tot overmaat van ramp steelt Claudius de toverdrank van Asterix waardoor deze zich niet kan verdedigen tegen een overmacht van Romeinen. Asterix wordt samen met Claudius - die niet wordt geloofd door de lokale commissaris - in de gevangenis gesmeten. Ze zullen zich later moeten meten tegen de wilde stieren in de Arena. Vanzelfsprekend levert Asterix een prachtprestatie waardoor ze hun vrijheid terugkrijgen. Asterix gaat verder naar het dorp van Pericles alwaar hij opgewacht wordt door\r\neen Romeinse eenheid. De soldaten zijn echter niet opgewassen tegen Obelix die uitzinnig van vreugde is wanneer hij zijn beste vriend terugziet.