Johan en Allis zijn eindelijk terug aan wal. Ze zijn nauwelijks ontscheept of de problemen stapelen zich op. Allis wordt bestolen en Johan draait voor alle kosten op wat hem bijna platzak maakt. Er zou echter wat te verdienen zijn met de "vuurproef" die in de stad gehouden wordt.
Tijdens de vuurproef wordt er een groot vuur gestookt tussen twee platformen. De proef bestaat eruit om van het ene naar het andere platform te springen over het steeds feller brandende vuur. Wie de sprong niet haalt zal zeker de verbrandingsdood sterven. Allis kan Johan overhalen om deel te nemen en zo terug wat geld in hun buidel te krijgen. Op de vuurproef wordt immers zwaar gegokt en twee derde van de opbrengst gaat naar de winnaar. Johan wordt uitgedaagd door Timotheus, de rechterhand van Allis tasjesdief. De ridder probeert het één keer met succes maar weigert dan verder te doen omdat het te gevaarlijk wordt. Twee andere deelnemers durven echter wel maar falen en lopen ernstige brandwonden op.
Allis heeft de reden van hun falen ontdekt. Iets verder ligt de dochter van de tasjesdief op de loer en wanneer ze springen schiet zij met haar katapult steentjes in het aangezicht van de springer zodat deze zijn concentratie verliest en faalt. Nu Allis dit door heeft springt ze zelf over het vuur terwijl haar havik het meisje belet te schieten. Hierdoor wint ze de vuurproef en kan ze hun geldbuidel weer vullen.
Nu ze terug wat geld hebben willen ze hun intrek nemen in een herberg maar dan zien ze Malfrat, de wrange staan. Hij is erin geslaagd om van het vervloekte eiland te raken en hun spoor te volgen tot in Véras. Johan zijn zijn beschermelinge hebben geen keus en moeten in allerijl de stad verlaten.