Johan brengt Allis terug naar Camelot maar hij wordt nog steeds in het oog gehouden door Malfrat, de wrange die het meisje wil doden. Met de hulp van een jonge boerenzoon lukt het om het slot veilig te bereiken. Malfrat beseft dat hij bedrogen werd en als hij niet veel later de jongen terug tegen komt doodt hij de jongen, maar niet vooraleer hij de reisbestemming van Johan en zijn metgezel is teweten gekomen.
Verkleed als bedelmonnik slaagt Malfrat erin om Camelot binnen te dringen. Ridder Mordred, die in onmin leeft met Johan, heeft niet veel moeite om de kamer waarin Allis verblijft te verraden aan de man. Johan, Lancelot en Merlijn stellen alles in het werk om het meisje te redden maar staan machtenloos wanneer blijkt dat Malfrat als afgezant van Bahaal zichzelf transformeerd in een onmenselijk duivelswezen. Hoewel Lancelot en Johan geen angst kennen is het Allis die met haar onbewuste krachten de duivel kan verslaan.
Merlijn moet aan Allis opbiechten dat haar grootmoeder Aibell een pact sloot met de duivel om haar kleindochter van de dood te redden. Het is dan ook onduidelijk waarom Bahaal bezeten is van het meisje en haar absoluut wil doden. Voor Merlijn is het echter duidelijk. Allis trekt het kwaad aan en binnen de muren van Camelot is er geen plaats voor haar. Merlijn verplicht Johan dan ook om samen met Allis het kasteel te verlaten. Niet wetende wat er op hun wacht vertrekken ze, niet wetend wat er hen te wachten staat.