Op een van zijn vele tochten komt Johan de mooie Dolina tegen in het bos. Haar paard loopt mankt en ze vraagt aan Johan of ze haar niet naar een plek wat verderop wil brengen. Johan stemt toe en onderweg vertelt ze hem dat ze de dochter is van burchtgraaf Zabrek. Haar vader is streng en wil niet dat ze contact heeft met haar verloofde Kotar die hij beneden haar stand vindt. Ze spreken dus in het geheim met elkaar af en dat is vandaag niet anders. Johan heeft de jonkvrouw nog maar net afgezet aan de jachthut waar Kotar op zijn geliefde wacht wanneer de hut omsingeld wordt door soldeniers van Zabrek die de opdracht gekregen hebben om de man aan te houden.
Kotar slaat op de vlucht en kan nipt de herberg bereiken waar Johan iets ervoor is aangekomen. De soldeniers zijn niet mals voor Kotar en hij krijgt de nodige klappen te verwerken. Vooraleer de man uit te leveren aan hun heer besluiten ze echter om in de herberg hun dorst te lessen. Daar verneemt Johan van de waard dat Kotar woont op de Rabban-hoeve en wanneer de waard de soldeniers waarschuwt voor de gevolgen pakken de soldaten ook deze man hardhandig aan. De Rode Ridder vindt het welletjes en besluit tussen te komen. Er ontstaat een gevecht waarbij de ridder hulp krijgt uit onverwachte hoek. Kilyon, een in ongenade gevallen ridder, zit ook wat te drinken in de herberg. Johan en Kilyon kennen elkaar maar hebben een wederzijds wantrouwen tegenover elkaar. Na zijn ridderjaren laat Kilyon zich immers betalen voor zijn diensten. Met hun twee kunnen de mannen makkelijk de soldeniers de baas en wanneer de waard ook de boeien van Kotar losmaakt zodat die zich ook in het gewoel kan mengen is het pleit snel beslecht. Kotar weet echter niet dat hij tijdens het gevecht een geheime boodschap van Dolina is verloren en dat deze in handen van Kilyon is gevallen waardoor deze een gouden zaak ruikt. Hoewel de waard dit heeft gezien kan hij niet voorkomen dat de ex-ridder er vandoor gaat.
Wanneer de soldeniers met lege handen afdruipen maken Johan en Kotar nader kennis. Samen rijden ze naar de Rabban-hoeve en onderweg vertelt Kotar dat zijn familie en die van Dolina gezworen vijanden zijn. Een vete die reeds duurde van toen de streek nog onveilig werd gemaakt door barbaren. Lijfeigenen werden gevraagd om de wapens op te nemen en Rabban's grootvader vocht zo fel dat hij door de koning beloond werd voor zijn moed en zich mocht vestigen als vrije herenboer. Het ging hem voor de wind en dat creëerde afgunst op het kasteel. Nu denkt Kotar’s vader dat hij dankzij de medewerking van Johan zijn erfvijand een zware slag kan toebrengen. Johan wil echter geen partij trekken en verkiest een diplomatieke oplossing. Hij zal naar het kasteel gaan in de hoop een redelijke oplossing te vinden en zo bloedvergieten te vermijden. De rode ridder weet echter niet dat ondertussen Kilyon zijn diensten heeft aangeboden aan de kasteelheer en betaald werd om de Rabban-hoeve een toontje lager te doen zingen.
Niets vermoedend gaan Johan dus binnen in het hol van de beer. Hij spreekt op de kasteelheer in maar de man blijft doof voor zijn argumenten. Dan doet Zabrek teken naar Kilyon waardoor vanuit alle hoeken van de kamer soldeniers opduiken om hem te overmeesteren. Johan weert zich als een duivel in een wijwatervat en lijkt de soldeniers de baas te kunnen. Maar dan krijgt hij een klap op het achterhoofd en net voordat hij het bewustzijn verliest ziet hij dat Kilyon hem lafhartig heeft aangevallen. Als Johan bijkomt van de klap zit hij al achter slot en grendel in de kerkers van het kasteel. Van achter de tralies ziet hij hoe Zabrek het bevel geeft om uit te rukken tegen de Rabban-Hoeve. Dolina moet op haar kamer blijven terwijl Kilyon, haar vader en zijn soldeniers oprukken naar de hoeve. Bloedvergieten lijkt nu onvermijdelijk maar Dolina heeft nog één kans. Ze bindt een bericht aan de poot van een postduif en hoopt dat de vogel sneller is dan de paarden van haar vader. Als Kotar het bericht leest begrijpt hij de ernst van de situatie. Hij vraagt aan het personeel om zich niet te verzetten en zal op zijn beurt naar het nu onbewaakte kasteel rijden om zijn geliefde en de ridder te bevrijden.
Kotar slaagt er makkelijk in om Dolina uit haar kamer te bevrijden maar wanneer hij Johan uit de kerker wil halen staat hij ook in ook met Kilyon. De huurling had immers gezien hoe hij de hoeve was verlaten en had de achtervolging ingezet. Een gevecht
tegen een geoefende ex-ridder is onbegonnen werk en Kotar moet dan ook snel het onderspit delven. Gelukkig kon Dolina op tijd Johan uit zijn cel halen waardoor deze net op tijd erger kan voorkomen. Kilyon voelt dat hij het onderspit zal moeten delven en grijpt uit wanhoop naar Dolina. Met het meisje als levend schild kunnen ze alleen toezien hoe de man zich een weg naar
buiten drijft. Kotar wil nog iets ondernemen maar krijgt hierdoor een mes in de schouder. Lijdzaam kijken ze hoe de man zijn paard de sporen geeft op weg naar veilige oorden.
Johan en Kotar kunnen niets doen en besluiten om naar de hoeve terug te keren. Onderweg komen ze Rabban tegen en geven hem in het kort het relaas van de laatste gebeurtenissen. Aangekomen op de hoeve vertellen ze Zabrek hoe zijn dochter werd ontvoerd. Dit is het moment om oude vetes te laten rusten en samen op zoek te gaan naar de huurling.
Kilyon heeft in tussentijd een onderkomen gevonden voor de nacht. Hij zal Dolina in een oude hut gevangen houden tot haar vader losgeld zal betalen. Althans dat is het plan want wanneer een oud vrouwtje plots aan de deur staat met eten, trapt Kilyon in de val. Het vrouwtje, Zadara genaamd, had alles gehoord en besefte dat Dolina in gevaar was. Ze deed wat kruiden in de drank van Kilyon waardoor deze verdoofd op de grond valt. Het oud besje had de jonkvrouw herkent en samen profiteren ze van de verdoving om te vluchten door het bos waar Kotar en zijn gezellen naarstig op zoek zijn naar haar. Kilyon beseft dat het spel uit is en wil vertrekken uit de streek maar niet voordat hij wraak heeft genomen. Zabrek organiseert een groot feest ter ere van de goede afloop en Kilyon besluit dat dit de uitgelezen kans is om zijn wraak te voltrekken.
Het feest verloopt in uitstekende sfeer en staat vooral in het teken van de verzoening van beide families. De rode ridder is echter op zijn hoede en ziet zo hoe hoog in het dakgebinte Kilyon zijn dolk naar beneden werpt. Net op tijd kan hij Rabban wegduwen waardoor het wapen doel mist. De ridder stormt naar boven en op de kantelen beseft Kilyon dat hij geen weg meer uit kan. Hij is niet opgewassen tegen Johan en vraagt om hem te doden. Als Zabrek en Rabban hem te pakken krijgen wacht er hem immers een zekere dood. Johan wil hem echter nog een kans geven en laat hem ontsnappen op voorwaarde dat hij zijn leven zal beteren.
Opgemerkt: