1. Suske

De wereld is om zeep. Althans dat is wat Lambik ervan denkt. Barabas gaat naar Amerika voor topoverleg over de wereldproblemen maar vraagt aan Suske en Wiske om tijdens zijn afwezigheid op zijn huis te letten. Hij verdenkt immers iemand van aan zijn spullen te zitten tijdens zijn afwezigheid. Die avond nog gaan Suske en Wiske de wacht optrekken in het labo van Barabas wanneer ze een geluid horen. Ze verschuilen hun in de cabine van de teletijdmachine en merken dan op dat de inbrekers Lambik en Jerom zijn. Lambik heeft het geweldige idee om het internet aan te sluiten op de teletijdmachine en zo de hele wereld terug te flitsen naar een tijd dat de wereld er beter aan toe was. De machine kan dat natuurlijk niet aan en ontploft maar niet zonder eerst Sus en Wis naar het Amoras van de toekomst te flitsen.

Tijdens hun overdracht raken Suske en Wiske gescheiden. Suske komt in een soort post-apocalyptisch gebied terecht waar geen levende zien te bespeuren is. Zijn eerste opdracht is eten en een schuilplaats zoeken. Dan ontmoet hij Jérusalem. Een doof meisje dat helemaal alleen is en bij hem wil blijven terwijl hij naar Wiske zoekt. Het meisje is een wees en kent de tijd en het gebied en zou van pas kunnen komen. Zeker wanneer er enkele helikopters overvliegen richting een prachtige villa. Suske herkent Wiske als één van de passagiers en de villa is volgens Jérusalem van niemand minder dan Krimson.

Suske gaat naar het hol van de leeuw op zoek naar Wiske. Hij heeft haar helaas nog maar net gevonden of hij wordt ontdekt. Hij kan ter nauwer nood ontkomen en met de hulp van Jérusalem kan hij uit de handen van de bewakers blijven, dit tot grote ergernis van Krimson die beveelt om Wiske naar de folterkamer te brengen. Hij moet immers weten hoe de belhamels zijn schuilplaats in de toekomst hebben kunnen ontdekken. Op de pijnbank vertelt ze Krimson de waarheid en nu hij weet wat hij moet weten laat hij Wiske naar de mijnen brengen waar ze onder dwang mag gaan werken. Gelukkig is er ook nog Suske. Hij heeft samen met Jérusalem een patrouille kunnen overmeesteren en met hun gestolen uniformen kunnen ze tot bij Wiske geraken op het moment dat die in een vrachtwagen wordt geduwd. Op hun buitgemaakte quads kunnen ze Wis makkelijk volgen. Op een eenzame weg zien ze hun kans om de vrachtwagen te kapen. De weg is echter verschrikkelijk slecht en schiet in een kleine afgrond. Suske en Jérusalem zijn nog kunnen springen maar voor Wiske is het te laat. Zij dendert met de vrachtwagen in de diepte. Is ze dood? Wat doet Krimson in de Toekomst? Allemaal vragen waar we in het volgende deel hopelijk een antwoord op krijgen.