Wanneer Lambik verneemt dat Suske en Wiske een standbeeld gaan krijgen is hij stikjaloers. Hij vindt immers dat hij veel belangrijker is en het meer verdient. Mokkend gaat hij naar huis maar hij wordt gevolgd door een mooie vrouw die zijn foto neemt. Lambiks ijdelheid wordt gestreeld en wanneer hij de volgende ochtend een enorm boeket bloemen van een fan krijgt toegestuurd is hij in de wolken. Het boeket blijkt afkomstig te zijn van Sardinas de Pilchardos, gouverneur van de Azoren, die hem uitnodigt voor de lunch in zijn hotel.
Met Suske en Wiske in zijn kielzog gaat Lambik op bezoek bij zijn fan maar wanneer hij binnenkomt in de kamer is de gouverneur met een gemaskerde in gevecht. Als Lambik de aanval door het venster smijt is de gouverneur zeer dankbaar. Dan komt de dame die gisteren Lambiks foto heeft gemaakt het vertrek binnen. Het is Verdello de Pico, de secretaresse van de gouverneur. Samen bedenken ze een gepaste beloning voor hun held en omdat Verdello het gesprek met Suske en Wiske had overhoord stellen ze Lambik voor om hem een groot standbeeld te geven op de Azoren.
Samen met de Kinderen vertrekt Lambik niet veel later naar de Azoren om mee te werken aan zijn statig standbeeld dat een slordige 20 meter hoog zal worden. De reis verloopt zonder incidenten wat niet kan gezegd worden van het verdere verloop. Al bij hun aankomst zijn de remmen van hun vrachtwagen gesaboteerd en wat later zijn de banden van de andere wagens doorgesneden. Ze vermoeden vandalisme maar wanneer een bulldozer wordt opgeblazen moeten ze toch eerder aan sabotage denken. De ontploffing was tevens het signaal voor de lokale bevolking in de vallei om een protestmars te starten tegen het standbeeld. Zij willen hun eiland puur houden en willen geen beeld. Lambik is woedend en samen met de arbeiders maken ze zich op voor een confrontatie met de dorpsbewoners. Gelukkig komt de gouverneur net de werf bezoeken en hij kan de bevolking sussen.
Die nacht echter wordt Verdello uit haar barak ontvoerd en de gouverneur kan niet anders dan Lambik het slechte nieuws brengen dat zijn standbeeld er niet zal komen. Lambik is kwaad maar heeft geen tijd om wrok te koesteren want de recente ontploffingen hebben een enorm rotsblok onstabiel gemaakt. Ze krijgen geen kans om erbij na te denken want plots helt de steenmassa over en dondert het naar beneden waarbij het dorp dreigt vernietigd te worden. Lambik, heldhaftig als hij is springt in een bulldozer in de hoop dat hij de rots van richting kan veranderen. Hij slaagt in zijn opzet maar de bulldozer wordt volledig vernietigd. Even wordt gevreesd voor het leven van Lambik maar hij blijft gelukkig ongedeerd. Met zoveel heldenmoed kan de bevolking niet anders dan de bouw van het standbeeld steunen. Sterker nog, ze maken het nog een paar meter hoger.
De kous af zou je dan denken, maar Wiske merkt op dat er 's nachts vreemde dingen gebeuren in het kamp. Ze ziet arbeiders wegsluipen om dan later ongemerkt terug te komen. Op een nacht volgen ze de mannen en komen wat later aan aan een tweede werf aan een meer. De mannen duiken en lijken naar iets op zoek. Ze lichten Lambik in maar hij denkt dat de bengels weer jaloers zijn. De volgende dag gaan Suske en Wiske dan maar zelf duiken. Het duurt niet lang alvorens Suske een gouden beker vindt in een soort grot. Hij doet teken naar Wiske maar dan stort de grot in waardoor Suske komt vast te zitten.
Suske lijkt ten dode opgeschreven maar dan duikt er een vreemd wezen op. Het is een mooie dame die blijkbaar onder water kan ademen. Ze tilt de rotsblokken ook op alsof het kiezeltjes waren. Ze maant Suske en Wiske aan haar te volgen en wat later komen ze aan in een vertrek waar er geen water is. De vrouw stelt haar voor als Atlanta, een van de originele bewoners van Atlantis. De stad was slachtoffer van een enorme aardbeving en zonk naar de diepte. Haar stadsgenoten vluchtte met ruimteschepen naar andere planeten maar zij moest achterblijven omdat ze haar sluiter en muiltjes verloor. Ze is al honderde jaren op zoek naar haar spullen en als de andere duikers ze eerst vinden zal ze voor eeuwig op aarde moeten blijven.
Suske en Wiske willen Lambik gaan waarschuwen maar als ze terug opduiken staat Verdello hun op te wachten. Zij blijkt de leider te zijn van de duikers en laat de bengels opsluiten in de werfkeet. Als ze terug naar de andere werf gaat blijkt het standbeeld af te zijn. Lambik is dolgelukkig en als hij vraagt waar Suske en Wiske zijn vertelt Verdello dat ze terug naar huis zijn. Wat later belt Lambik naar huis maar Sidonia weet hem te vertellen dat de kinderen nog steeds bij hem zijn. Lambik weet nu dat er iets niet klopt en gaat terug naar de werf. Verdello beseft dat ze ontmaskerd is en slaat hem neer. Gebonden wordt hij samen met Suske en Wiske gevangen gezet. Nu kunnen ze ongestoord verder duiken maar dan stoten ze op Atlanta die hen dwingt om de gezonken stad te verlaten. Verdella slaat haar waarschuwingen in de wind en duikt verder waardoor Atlanta de vulkaan in een geweldige fontein van vuur en lava doet losbarsten. Enorme stromen van lava storten zich in het water en doen het water kolken met vloedgolven tot gevolg. De houten werfkeet waarin Lambik, Suske en Wiske nog steeds gevangen zitten wordt speelbal van de golven maar blijft gelukkig drijven.
Als de nood het hoogst is, is Jerom nabij. Toen Sidonia hem vertelde dat de kinderen verdwenen waren kwam Jerom poolshoogte nemen. Hij brengt iedereen op het droge maar dan zien ze dat Verdello en haar bende hun heil gezocht hebben boven op het standbeeld van Lambik omdat ze dachten daar veilig te zijn voor de vulkaan. Ze worden door onze vrienden gered en aan de politie overgeleverd maar Lambik moet helaas toekijken hoe zijn standbeeld door de vulkaan wordt vernietigd. Wat later als Lambik zijn verdriet wat minder is geworden komt Sidonia hun ophalen met de Gyronef om terug naar huis te gaan.
Opgemerkt: