351. De verloren Van Eyck

Naast bekend schilder is Jan van Eyck een geheim agent voor het hof van Filips de Goede. Hij wordt bewonderd door Suske en Wiske voor zijn kunnen en ze willen niet liever dan ook geheim agent worden. Ondanks het feit dat Wiske een meisje is. Koning Filips heeft een zeer geheime missie voor Jan in petto. Zo geheim dat Lambik zijn plaats moet innemen in het schildersatelier zodat de mensen denken dat hij nog steeds in Gent is. Sidonia zal zolang zijn huishoudster zijn. Jerom wordt aangesteld als lijfwacht van Jan tijdens deze missie. Hoewel alles in het grootste geheim wordt tot uitvoering gebracht heeft Katherina, de hofdame van Filips, de opdracht kunnen achterhalen en ze is er niet blij mee. Ze wil kost wat kost voorkomen dat Jan in zijn opzet zal slagen en stuurt per reisduif een bericht naar de Haai Society, een organisatie van hofdames over heel Europa om mee te helpen in de mislukking de opdracht.

Ook Suske en Wiske hadden snel door dat Jan aan een nieuwe opdracht begon en verscholen zich in de huifkar zodat ze mee op missie konden. Aan de Franse grens worden ze echter ontdekt maar mogen toch de reis mee ondernemen. Gedurende de hele reis worden ze door geheimzinnige gemaskerde vrouwen aangevallen maar vooral dankzij de inspanningen van Jerom kunnen ze iedere keer ontkomen. De bestemming van de reis is ondertussen door Wiske geraden. Ze zijn op weg naar Portugal waar Jan van Eyck een portret moet schilderen van Isabella van Portugal. Filips de Goede wil haar immers huwen zodat hij naast een nageslacht nog een sterkere positie als heerser kan krijgen. Hij wil een schilderij van haar zodat hij weet hoe ze eruit zit alvorens haar te huwen. Katherina krijgt steeds berichten van haaien dat hun tussenkomsten zijn mislukt dus heeft ze nog maar één troef achter de hand. Aan het hof van Isabella werkt Grethe, één van de strafste leden van de Haai-Society en hopelijk kan zij ervoor zorgen dat het portret niet tot in Vlaanderen geraakt.

Suske en Wiske bedenken het plan om twee schilderijen te maken. Dan kunnen ze zich opsplitsen en via twee verschillende wegen naar Gent terugkeren. Jan voelt zijn positie bedreigd en doet een middeltje in Jeroms drank waardoor die in slaap valt. Zo kan hij alleen per schip terugkeren naar de Koning om alle eer voor zichzelf op te eisen. Suske en Wiske hebben door dat Grethe dubbel spel speelt en laten bewust valse kaarten rondslingeren in hun kamer zodat Grethe verkeerde informatie verkrijgt en hen zal opwachten op een plaats waar ze nooit zullen komen. Als ze dan allemaal vertrekken is het schip van Jan al snel een gemakkelijk doelwit. Terwijl ze langs de riviermond naar open zee varen krijgen ze af te rekenen met een Haai die een brandende pijl kan schieten in een vat buskruit waardoor het schip én het schilderij ten onder gaan. Suske en Wiske hebben meer geluk en kunnen ongedeerd Gent bereiken. Het gevaar is echter niet geweken want Katherina heeft het heft zelf in handen genomen en wacht hen op. Na een felle achtervolging door de smalle straten van de stad moeten Suske en Wiske zich gewonnen geven. Met legen handen keren ze terug naar de Koning om hun nederlaag te melden. Wanneer de Koning hoort wie achter de mislukkingen zit is hij woedend en wil hij Katherina in de kerker gooien. Maar net dan duikt Jerom op met een grote kist. Uit de kist weerklinkt een stem. Het is de stem van Isabella. Onder bescherming van Jerom is ook zij naar Gent gekomen om haar toekomstige echtgenoot eerst eens in levende lijven te zien. Ze begrijpt de jaloezie van Katherina en vraagt Filips dan ook om haar gratie te verlenen.

Opgemerkt:

• Dit verhaal speelt zich volledig af in de 13de eeuw. Zonder gebruik van teletijdmachine.
• Op strook 122 vraagt Isabella aan Jan of ze raadselachtig moet lachen. Een verwijzing naar de Mona Lisa van Leonardo da Vinci. Jan antwoord dat dat nooit iets zal worden. 100 jaar later bewees Leonardo het tegendeel.
• Het paard van Jan heet Aston Martijn, een duidelijke verwijzing naar het merk van snelle sportwagens Aston Martin.
• Als Jan een handtekening moet zetten op de buik van een groepie (toen al?), tekent hij met ALC IXH CAN, een tekst die van Eyck vaker gebruikte bij portretten en zou betekenen "zo goed als ik kan".
• Als Sidonia zegt dat Lambik met een tulband dan verwijst ze naar het beroemde portret van een man met rode tulband uit 1433.
• Jan van Eyck werkte echt voor Filips de Goede en er wordt verondersteld dat hij inderdaad geheime opdrachten voor de vorst heeft uitgevoerd tegen riante betaling.
• Verder vinden we veel verwijzingen terug naar de rijke geschiedenis van de stad Gent: De cuberdons of rode neuskes, De floraliën en Klokke Roeland
• Verder zien we een cameo van Bayram, een verkoper van groenten en fruit op de vrijdagmarkt en een begrip in Gent.